Oorlog onder de grond
• 22-03-2013
• leestijd 1 minuten
De meeste organismen leven onder onze voeten. Zo zitten er in één gram grond al gauw enkele miljoenen bacteriën. Toch schetst Wietse de Boer, sinds kort buitengewoon hoogleraar Microbiële bodemecologie in Wageningen, het ondergrondse leven als een verlaten woestijn.
Een voor ons onbekende wereld, waarin bacteriën en schimmels elkaar continu naar het leven staan.
Volgens de Boer opent deze kennis perspectieven voor duurzame landbouw omdat de hongerende bodemorganismen een neus hebben voor het opsporen van mineralen en ziekteverwekkers in toom kunnen houden.
De bodem kent een overweldigende biodiversiteit die veel groter is dan de soortenrijkdom bovengronds. Vooral bacteriën en schimmels spelen er een belangrijke rol, met name ook omdat deze organismen interacties met elkaar aangaan die grote invloed hebben op de groei van planten. Die invloeden doen zich voor onder zowel natuurlijke omstandigheden, zoals een oerbos, als in gecultiveerd land.
Wietse de Boer studeerde biologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en hij promoveerde in Wageningen in 1989 op nitraat-producerende bacteriën in heidebodems. Sinds 1990 werkt hij aan het NIOO, waar hij zich met name heeft geconcentreerd op interacties tussen bacteriën en schimmels. Onlangs werd hij buitengewoon hoogleraar Microbiële bodemecologie aan de Wageningen Universiteit, een leerstoel gefinancierd door het NIOO.
Foto 2: Schimmelstrijd (Wietse de Boer)