In Groot-Brittannië zijn de laatste jaren ten minste dertig soorten vogels, waaronder spreeuwen, uilen en nachtegalen, sterk achteruit gegaan door malaria. De ziekte zou toenemen omdat de ziekte-overbrengende muggen baat hebben bij het steeds warmere en nattere klimaat in Engeland. Ook in Nederland komt vogelmalaria voor.
Nationale monitoringsprogramma’s in Groot-Brittanië hebben aangetoond dat het percentage met malaria geïnfecteerde huismussen, koolmezen en bosuilen sterk is toegenomen. Aanleiding voor deze conclusies was een studie van wereldwijde gegevens daterend tot zeventig jaar terug van meer dan 3000 soorten vogels. Deze analyse liet zien dat bij elke graad toename in temperatuur, het voorkomen van malaria bij vogels twee tot drie keer zo hoog werd. Vogels die langere afstanden afleggen en niet trekkende vogels bleken even gevoelig. Snellere ontwikkeling van de parasiet, muggen die zich naar nieuwe gebieden verspreiden en het langere broedseizoen van muggen werden als mogelijke oorzaken aangeduid.
Weerstand
Vogelmalaria komt in Nederland voor bij vogels in gevangenschap en wilde vogels. Meestal betreft het jonge dieren die blijkbaar onvoldoende immuniteit tegen de malaria parasiet kunnen opbouwen of waarbij de weerstand verminderd is door gelijktijdige andere aandoeningen zoals wormen. De mug die de vogelmalaria parasiet over kan brengen is overal in Nederland aanwezig als ook het parasietenreservoir in vogels. De parasiet is ongevaarlijk voor de mens. De mate waarin malaria voorkomt, en sterfte en eventuele achteruitgang van vogels veroorzaakt, blijft echter nog onduidelijk. Hiervoor ontbreekt het in Nederland, volgens Natuurbericht.nl, aan nauwkeurige en langdurige datasets. Mensen die dode vogels vinden, kunnen dit melden via de website van de organisatie Dutch Wildlife Health Centre.