Onvoldoende animo particulier natuurbeheer
• 07-03-2008
• leestijd 2 minuten
Vijftien procent van de grondeigenaren is de komende tien jaar bereid deel te nemen aan natuurbeheer. Dit kan omgerekend 18.000 hectare landbouwgrond omvormen tot natuur. De doelstelling van het rijk is echter 42.000 hectare binnen tien jaar, en dat wordt met de huidige belangstelling dus niet gehaald. Dat blijkt uit onderzoek van het LEI en Geelen Consultancy in opdracht van het Milieu- en Natuurplanbureau en de WOT Natuur&Milieu.
Sinds eind jaren negentig is een omslag ingezet in het natuurbeleid. Deze omslag houdt in dat beheer van de EHS meer plaatsvindt door particulieren en agrariërs en dat minder grond verworven wordt door terreinbeherende organisaties zoals Natuurmonumenten, de Provinciale Landschappen en Staatsbosbeheer. Vooral landbouwgrond wordt omgezet in grond met de functie natuur. Deze omzetting gaat gepaard met een waardedaling van de grond, waarvoor de eigenaren compensatie ontvangen.
Het MNP kreeg vanuit het ministerie van LNV de vraag de omslag van het natuurbeleid te evalueren. Eén van de aspecten van deze evaluatie richt zich op de bereidheid van particuliere grondeigenaren en agrariërs om deel te nemen aan het beheer van natuur. Het LEI voerde deze evaluatie uit.
Uit het onderzoek blijkt dat de belangstelling onvoldoende is om de doelstellingen in 2018 te halen.
Volgens de onderzoekers is tweederde van de grondeigenaren niet bereid deel te nemen aan natuurbeheer, omdat dit niet in de bedrijfsstrategie past en omdat andere bestemmingen dan natuur meer opleveren. Meer communicatie en informatievoorziening kan de deelname misschien stimuleren, stellen de onderzoekers. Ongeveer de helft van alle grondeigenaren weet namelijk niet dat ze subsidies voor een omvorming van grond kunnen krijgen. Ook is er gebrek aan kennis over procedures en hoogte en continuïteit van de subsidies