Door de combinatie van het zeer droge en warme voorjaar met de koele en zeer natte zomer zien we een bijzondere ontwikkeling van rozekevers, meikevers, snuitkevers en langpootmuggen. Een deel van de engerlingen, de larven van de rozekevers en meikevers, is de afgelopen week pas uit het ei gekomen. Als gevolg hiervan komen nu veel beheerders van sportvelden voor onaangename verrassingen te staan omdat weer schade optreedt. Voor het eerst ook door larven van snuitkevers. Ook de emelten, de larven van de langpootmug, hebben een fantastisch jaar achter de rug.
Rozekever
Normaal gesproken zouden engerlingen van de rozekever (Phylloperta horticola) zich in augustus in het tweede en derde larvale stadium bevinden. De enige verklaring voor het feit dat er nu nog engerlingen in het eerste stadium worden aangetroffen is dat er ergens eind juni nog een vlucht is geweest is die onopgemerkt is geweest. Zoals we weten zijn april en mei zeer warm en extreem droog geweest. Als er eitjes worden afgezet op plekken waar niet beregend wordt, dan zullen ze uitdrogen. Het lijkt dat de rozekever de situatie goed heeft aangevoeld door de vluchten uit te stellen of door langer te leven totdat de situatie gunstig genoeg was voor de ontwikkeling van de eitjes.
Meikever
Ook de ontwikkeling van de meikever (Melolontha melolontha) is bijzonder te noemen dit jaar. Eind maart werden al een paar exemplaren aangetroffen terwijl ze normaal gesproken vanaf eind april tot hoogstens begin juni vliegen. Daarna is het voorbij. Echter worden nu nog jonge meikever-engerlingen aangetroffen die pas geboren zijn. Dit geeft aan dat de biologie van de meikever in de war is geschopt door de relatief koude en zeer natte omstandigheden deze zomer.
Kraaien, dassen en wilde zwijnen
Als gevolg hiervan komen veel beheerders van sportvelden nu voor onaangename verrassingen te staan, omdat weer schade optreedt waar men niet op gerekend had. Er worden dichtheden gevonden van 400 tot 500 engerlingen per vierkante meter. Vogels waaronder kraaien, dassen en wilde zwijnen zijn verzot op deze eiwitrijke hap en beschadigen graslanden en sportvelden. Omdat de grasmat los komt te liggen kan dit tot ernstige blessures bij sporters leiden.
Snuitkever
Voor het eerst treedt er ook schade op aan weilanden en sportvelden die veroorzaakt wordt door snuitkeverlarven. Snuitkeverlarven worden vaak in weilanden en sportvelden waargenomen maar het leidt nooit tot significante schade. De schade die nu wordt waargenomen is vergelijkbaar met de schade die door engerlingen wordt veroorzaakt.
Emelten
Ook emelten, de larven van langpootmuggen (Tipulidae), hebben een fantastisch jaar achter de rug. In de vluchtperiode van de eerste generatie van de koollangpootmug (Tipula oleracea) was het warm en droog. De daarop volgende natte en koude periode was ideaal voor de ontwikkeling van de emelten. De langpootmuggen hebben verder twee topwinters achter elkaar gehad en als de ontwikkeling zich nu doorzet dan zal de populatie van emelten zich nog verder uitbreiden.
Bron: Silvia Hellingman, Biocontrole Onderzoek en Advies, Henk Vlug, Insectconsultancy en Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University
Foto’s: Silvia Hellingman en Bart Boot - Molagrocom