Ontwikkeling zandgebieden na varkenspest
• 15-05-2007
• leestijd 2 minuten
Tien jaar na de varkenspest is de uitvoering van de reconstructie zandgebieden goed op gang gekomen, hoewel anders dan oorspronkelijk bedoeld. Gaandeweg is de reconstructie veranderd van een ruimtelijk antwoord op de varkenspestcrisis in een breed proces van integrale gebiedsontwikkeling in de zandgebieden van Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. Dit blijkt uit evaluatieonderzoek van Alterra naar de tussentijdse resultaten van de reconstructie in opdracht van LNV.
Met de reconstructie zijn belangrijke successen geboekt en werkwijzen ontwikkeld, die ook elders doorwerken. Zo is de samenwerking tussen rijk, provincies en andere overheden sterk verbeterd. Op regionaal niveau zijn uitvoeringsorganisaties opgericht en breed gedragen plannen gemaakt, die betrokkenen daadwerkelijk willen uitvoeren. Maar de reconstructie maakt niet alle verwachtingen waar. De beoogde versnelling van de aanpak van omgevingsproblemen, zoals verdroging en te hoge ammoniakuitstoot, is nog niet zichtbaar. Ook de verplaatsing van intensieve veehouderijbedrijven naar meer geschikte locaties is lastiger dan aanvankelijk gedacht. Daarom bevelen de onderzoekers onder meer aan om voort te bouwen op het ontstane planeigenaarschap in de gebieden en dit niet te doorkruisen met nieuwe beleidsinitiatieven en organisatievormen.
Nadat de varkenspestcrisis van 1997 met man en macht was bestreden, wilde niemand een dergelijke crisis nogmaals meemaken. Daarom kondigde toenmalig landbouwminister Van Aartsen al tijdens de crisis een herstructureringspakket aan. Naast krimp van de varkenshouderijsector en strengere dierenwelzijnsmaatregelen omvatte het pakket ruimtelijke maatregelen om verspreiding van nieuwe uitbraken van dierziekten te voorkomen. Hij wilde met die ruimtelijke aanpak ook andere problemen oplossen op het gebied van milieu, natuur, landschap, water en economie. De voorstellen mondden uiteindelijk uit in de Reconstructiewet concentratiegebieden van 2002.
In de loop van de tijd is de veterinaire aanleiding voor de reconstructie volledig uit beeld geraakt en zijn de doelen op het gebied van milieu, natuur, landschap, water, landbouwontwikkeling en leefbaarheid op de voorgrond getreden. Zelfs de essentiële varkensvrije zones - aanvankelijk bedoeld om een snelle verspreiding van nieuwe pestuitbraken tegen te gaan - zijn inmiddels geschrapt. Na Brusselse toestemming om te vaccineren verviel in 2004 de noodzaak van deze zones.
Er zijn wel tussentijdse resultaten geboekt (de reconstructie loopt tot 2015) qua vernieuwing van de beleidsvoering voor het landelijk gebied. Zo heeft het rijk taken en bevoegdheden overgedragen aan provincies en gebieden, en kregen provincies de regie over ontwikkelingen in het landelijk gebied. Tegelijkertijd zijn steeds meer maatschappelijke partijen betrokken bij de planvorming, is er veel planeigenaarschap ontstaan op regionaal niveau en is de resultaatgerichtheid in de uitvoering toegenomen. Ook bleek de reconstructie een kraamkamer voor nieuwe ontwikkelingsgerichte beleidsinstrumenten zoals ruimte-voor-ruimte. De reconstructie vergroot verder de mogelijkheden voor wonen en werken in vrijkomende boerderijen en stimuleert maatregelen op het gebied van recreatie en toerisme en leefbaarheid. Ten slotte draagt de reconstructie bij aan versterking van de landbouwstructuur en de uitvoering van bestaand omgevingsbeleid. De ruimtelijke zonering uit de Reconstructiewet is hiervoor een belangrijk instrument.