Vogeltrek is een wonderlijk fenomeen. Al eeuwenlang vliegen vogels van het hoge noorden naar het verre zuiden en in het voorjaar weer in omgekeerde richting. Waar blijven al die vogels in de herfst? Er is al heel veel bekend over ‘vogeltrek’ en toch weten we nog lang niet alles. Op vele verschillende manieren doen wetenschappers onderzoek naar verschillende vogelsoorten, hun trekroutes, winterverblijven enzovoort. In zes uitzendingen gaat Vara’s Vroege Vogels met Vogelbescherming Nederland op stap om steeds meer van dit mysterie te ontdekken.
Miljoenen vogels hebben zich gespecialiseerd in een reizend bestaan tussen de noordelijke toendra’s en de West-Afrikaanse kust. Op zowel de heen- als de terugreis gebruiken zij de Waddenzee om weer op kracht te komen. De vogels van de waddenzee zijn niet alleen maar Nederlandse vogels, maar het zijn ware globetrotters. Voor hen is de Waddenzee het centrum van de wereld.
Het gaat niet goed met een deel van deze wadvogels; 15 van 34 onderzochte soorten nemen in aantal af. Vooral schelpdieretende zoals scholekster, kanoet en eidereend gaan extra sterk achteruit. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de overmatige mechanische schelpdiervisserij in het recente verleden. Maar ook soorten als zilverplevier, bonte strandloper, tureluur en rosse grutto, die geen schelpdieren eten, maar wel voedsel vinden op rijke wadplaten met schelpdierbanken.
Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) deed op verzoek van Vogelbescherming Nederland onderzoek naar de kansen en bedreigingen van wadvogels in internationaal perspectief. Daaruit komen opmerkelijke conclusies en stelt Vogelbescherming concrete maatregelen voor.
Onderzoek naar kanoet
Theunis Piersma van het NIOZ en van de Universiteit Groningen doet al jarenlang onderzoek naar de kanoet. Een van de soorten die het moeilijk heeft. Wat weten we al van de problemen waarmee deze soort te kampen heeft en waarom is verder onderzoek nodig? Wat moet er veranderen om de positie van de wadvogels en daarmee de Waddenzee te verbeteren.
Luister naar de uitzending van 30 oktober >>
De kanoet (de oude naam is kanoetstrandloper) is een forse steltloper die tussen andere familieleden een beetje plompe indruk maakt. De biologie van de kanoet is uitgebreid onderzocht; slechts naar weinig andere steltlopers wordt zoveel studie uitgevoerd. Kanoeten eten vooral nonnetjes, dat zijn kleine tweekleppigen die allerlei kleuren kunnen hebben. In het voorjaar en de zomer zijn kanoeten prachtig roestrood aan de onderzijde. In Nederland zijn ze echter slechts weinig in zomerkleed te zien. Veel groter zijn de aantallen in de winter, wanneer de bovenzijde van de kanoet zilvergrijs en de buik wit is.