Ontbossing gaat minder hard
• 14-03-2007
• leestijd 2 minuten
Elke dag verdwijnt een oppervlakte van tweemaal de stad Parijs aan bossen op aarde. Desondanks neemt het tempo van de ontbossing internationaal af. Volgens de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) is er zelfs reden tot enig optimisme, zo blijkt uit haar dinsdag verschenen rapport over de toestand van de bossen.
De FAO rept nog wel van een ,,onacceptabel tempo'' waarin bossen worden gekapt. De organisatie noemt dat een ramp voor de verscheidenheid aan dieren en planten op aarde omdat steeds meer natuur verdwijnt. De ontbossing is ook funest omdat het bijdraagt aan het versterkte broeikaseffect. Door de kap komt opgeslagen kooldioxide in de bomen vrij in de atmosfeer.
De FAO is wel blij dat steeds meer landen het nut inzien van een nationaal beschermingsprogramma. Meer dan honderd landen hebben een bosprogramma, waaraan duurzaam beheer en herbeplanting van bomen centraal staan. Toch is de aanwas van bos nog altijd kleiner dan het verlies, ondanks grote bebossingsprojecten in onder meer China.
Ongeveer 30 procent van de aarde is momenteel met bos bedekt. Tussen 1990 en 2005 is 3 procent daarvan voorgoed verloren gegaan. Dat lijkt weinig maar in dit tempo blijven er weinig bossen over voor de nieuwe en steeds omvangrijkere generatie op aarde. Zorgwekkend is bovendien dat juist de landen die nog de meeste primaire bossen hebben, de grootste ontbossing kennen.
De FAO wijst ook op de relatie tussen armoede en natuurbescherming. Juist de landen met een economische groei, zoals China, zijn in staat om een bosbeleid te betalen. De VN-organisatie benadrukt dan ook dat armoedebestrijding in de wereld ook natuurdoelen dient en daarom met kracht moeten worden uitgebreid.
Bron: ANP