Bunzing, wezel en hermelijn, ze worden steeds minder vaak gezien. Aangenomen wordt dat het slecht gaat met deze zogenaamde 'kleine marterachtigen'. Om vast te stellen of dat echt zo is, is de Zoogdiervereniging een veldonderzoek begonnen.
Wezel, hermelijn en bunzing worden onder de kleine marterachtigen van Nederland geschaard. Dit zijn zeer energieke en sterke roofdieren, die met hun ranke flexibele lichaam en gevoelige zintuigen optimaal ontwikkeld zijn voor de predatie op knaagdieren en vogels tot de grootte van een haas.
Tegenwoordig zijn ze voor hun leefplekken en foerageergebied in hoge mate afhankelijk van kleinschalige landschappen, met daarin veel natuurlijke elementen en (micro)structuren. De hermelijn en bunzing laten tevens een sterke voorkeur voor waterrijke gebieden zien. Bij aanhoudend en voldoende voedselaanbod (b.v. een muizenpiek) zijn ze in staat zich snel voort te planten en goed te handhaven.