Steek in het vroege voorjaar een schep in de grond en je hebt kans op een bijzondere ontmoeting. In de bruine aarde zie je glanzend bruine cocons. Meestal gaat het hier om een pop van de ligusterpijlstaart, een vrij algemene nachtvlinder, die vooral in het westen en noorden van Nederland veel voorkomt. Rupsen en poppen worden veel vaker gezien dan de vlinder zelf, want het is een nachtvlinder.
Ligusterblaadjes
Zoals de naam al aangeeft leven de rupsen van ligusterblaadjes. De prachtig felgroene rups valt tussen de groene bladeren van de liguster niet op, ondanks d afmetingen: volgroeide rupsen kunnen wel 8 centimeter lang worden en meer dan een duim dik zijn. We krijgen hem pas in het oog als hij de ligusterstruik verlaat om te gaan verpoppen.
Verpoppen
Dit verpoppen doen ze onder de grond en dan gaan de rupsen op zoek naar plaatsen waar ze de bodem in kunnen komen. Ze kruipen soms wel 20 of 30 centimeter onder de grond en veranderen daar in een pop. Deze pop blijft de hele winter en een deel van het voorjaar ondergronds. In mei kruipen de vlinders ondergronds uit de pop. Ze banen zich een weg naar boven en eenmaal in de buitenlucht, pompen ze hun vleugels op. Daarvoor moeten ze wel hangen, want de zwaartekracht moet een handje helpen.
De vlinders vliegen in de zomer en de rupsen verschijnen in de loop van augustus weer. Maar dan zijn we al weer een paar seizoenen verder.