De oudst bekende zin in het Nederlands gaat over de natuur en klonk zo: ‘Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu wat unbidan we nu’ ofwel ‘zijn alle vogels nestjes aan het bouwen behalve ik en jij? Waar wachten we op?
Frits van Oostrom, universiteitshoogleraar en letterkundige aan de Universiteit Utrecht, werkt aan een app, met de toepasselijke naam Vogala, die laat horen hoe het Nederlands in de middeleeuwen klonk.
Een deel van de teksten komt uit het standaardwerk uit de Middeleeuwen over de natuur: Der naturen bloeme, van Jacob van Maerlant. Hij schreef het rond 1270. De titel zou je kunnen vertalen als: Het mooiste uit de natuur.
In dertien boeken (hoofdstukken), samen ruim 16.500 versregels, vertelt Maerlant achtereenvolgens over de mens, viervoetige dieren, vogels, zeemonsters, vissen, slangen, insecten, gewone bomen en specerijbomen, geneeskrachtige kruiden, vermaarde bronnen, waardevolle stenen en metalen.
In de uitzending werd even het 'Aloeete Voghel clein' genoemd, vermoedelijk omstreeks 1400 geschreven. Het gaat onder andere over 'de leeuwerik'.
Hier is het volledige lied te horen
.