De kwaliteit van de Japanse oesters in de Waddenzee blijkt goed maar omdat er ziekteverwekkende microbacteriën in voorkomen zijn er mogelijk kleine gezondheidsrisico’s. Wanneer deze risico’s er zijn en hoe groot ze zijn is niet bekend. Op basis van Duitse en Nederlandse data blijkt dat het risico zeker in de wintermaandenlaag is.
Advies
Het advies van onderzoeksinstituten, waaronder IMARES Wageningen UR, is derhalve de berichtgeving over mogelijke actuele risico’s goed in de gaten te houden of oesters te kopen via een gecontroleerd bedrijf.
Onderzoek
Japanse oesters komen sinds hun introductie in de zeventiger jaren steeds meer voor in de Nederlandse en Duitse Waddenzee. Dit betekent een kans voor nieuwe visserij, verzamel- of kweekactiviteiten. Eind 2009 waren de eerste rapers al commercieel actief. Samen met Duitse onderzoeksgroepen heeft IMARES Wageningen UR de Waddenzee in 2010 en 2011 gemonitord op voedselveiligheid.
Metalen en bacteriën
De oesters werden onderzocht op zware metalen, PAKs en PCB’s en op ziekteverwekkende microbacteriën als Norovirus of E. Coli. Volgens de analyses zijn de oesters geschikt voor consumptie en vormden geen gevaar voor het milieu. De hoeveelheid E.coli bacteriën bleef (vaak ruim) onder de wettelijke norm. De onderzoekers stelden wel in diverse monsters oesters en mosselen, zowel uit de Nederlandse als uit de Duitse Waddenzee, de aanwezigheid vast van de bacteriën Vibrio parahaemolyticus en Vibrio alginolyticus.
Voedselvergiftiging
V. parahaemolyticus werd voornamelijk in de zomer aangetroffen en niet in de winter en niet in het vroege voorjaar. V. parahaemolyticus kan epidemieën van voedselvergiftiging veroorzaken. Dit is voornamelijk in Azië en Amerika het geval. In de Waddenzee betreft het lage gehalten aan Vibrio’s, waardoor de risico’s waarschijnlijk beperkt zijn.