Dat meer kooldioxide (CO2) in de lucht ook de oceanen verzuurt, is geen nieuws. Dat schelpdieren en steenkoralen daaronder lijden, omdat ze in zuurder water moeilijker kalk aan het water kunnen onttrekken, leek daaruit de logische conclusie te zijn. Maar dat er eencellige schelpdiertjes bestaan die in een zuurder milieu mogelijk juist beter kalk aanmaken, is een volslagen nieuw inzicht dat een groep van Nederlandse en Japanse wetenschappers heeft verrast.
Onderzoekers van het NIOZ (het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) en JAMSTEC (Japanese Agency for Marine-earth Science and Technology) vonden in hun experimenten dat zogeheten foraminiferen in zuurder water mogelijk juist makkelijker kalk aanmaken voor hun schelpvorming. Foraminiferen zijn eencellige schelpdiertjes die in groten getale voorkomen in de oceanen. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Nature Communications.
Sinds 1750 is de zuurgraad van de oceaan gestegen met 30%. Volgens de gangbare theorie, en bijbehorende experimenten met kalkhoudende algen en schelpdieren, lost kalk (calciumcarbonaat) in zuurder water eerder op. De vorming van kalk door schelpdieren en steenkoralen verloopt dan moeilijker doordat er onder zuurdere omstandigheden minder carbonaat aanwezig is. Het carbonaat-ion staat via twee chemische evenwichtsreacties direct in verbinding met opgelost kooldioxide.
Lees meer over dit onderzoek op de site van het
NIOZ