De opwarming van de aarde als gevolg van het broeikaseffect kan ervoor zorgen dat het klimaat in Noord-Europa juist veel kouder wordt. Dat blijkt uit onderzoek van de universiteit van Edinburgh, waarvan de resultaten donderdag zijn gepubliceerd in het Zweedse tijdschrift Geografiska Annaler.
Volgens de wetenschappers is de opwarming van de aarde niet gelijkmatig verdeeld over onze planeet, zoals velen denken. Niet alleen atmosferische omstandigheden spelen een rol bij klimaatverandering, maar ook de temperatuur van zeewater. Die heeft namelijk invloed op oceanische stromingen, die voor een belangrijk deel de temperatuurverdeling op aarde bepalen.
De onderzoekers hebben veertien jaar lang bodemmonsters bestudeerd uit de Argentijnse streek Patagonië, het meest zuidelijk gelegen stuk land buiten Antarctica. Zij onderzochten de ontwikkeling van gletsjers over de afgelopen 25.000 jaar. Daarna vergeleken de wetenschappers hun gegevens met bestaande data over veranderingen in Noord-Atlantische gletsjers in dezelfde periode.
Ze ontdekten dat in tijden van grote klimaatveranderingen, zoals het einde van de laatste ijstijd 17.500 jaar geleden, gletsjers in Patagonië aangroeiden terwijl die in Noord-Europa juist kleiner werden. Zulke schommelingen tussen de beide polen worden al langer vermoed, maar het is de eerste keer dat er hard wetenschappelijk bewijs voor is geleverd.
De onderzoeksgegevens wijzen uit dat deze schommelingen tussen de polen zich alleen voordoen in overgangsperiodes tussen glacialen (ijstijden) en interglacialen (warme periodes tussen ijstijden). In tijden waarin het klimaat op aarde redelijk stabiel is, zoals de afgelopen 11.400 jaar, treedt het effect niet op.
Volgens de wetenschappers lijkt de aarde nu uit een stabiele klimaatsperiode te geraken. De afgelopen 11.400 jaar zorgde de temperatuurverdeling in de wereldzeeën voor een warme Atlantische golfstroom, en daardoor een relatief warm klimaat in Europa.
Als door veranderingen in die verdeling golfstromen of windrichtingen veranderen, kan dat de hele klimaatverdeling op aarde op zijn kop zetten. Het gevolg daarvan kan een stevige afkoeling in Noord-Europa zijn, terwijl het zuidelijk halfrond juist warmer wordt.