Nieuwe soort ontdekt tijdens kampioenschap onderwaterfotografie
• 29-11-2010
• leestijd 2 minuten
Het boek ”De Nederlandse Biodiversiteit” is enkele dagen geleden aan het publiek gepresenteerd, maar de Stichting Anemoon meldt dat het eigenlijk al weer verouderd is. In juni, tijdens het open Nederlands kampioenschap onderwaterfotografie fotografeerde een sportduikster een klein neteldiertje. Daarvan werd pas deze maand bekend dat het voor Nederland de eerste waarneming van een nieuw steelkwalletje is geweest. Aan de lijst van 47.800 soorten die in “De Nederlandse Biodiversiteit” is gepubliceerd, kan
Haliclystus salpinx
, het Trompet steelkwalletje, als 47.801ste soort worden toegevoegd. En daar zal het vast niet bij blijven.
Op 6 juni fotografeerde een Nederlandse sportduikster bij Bruinisse in de Oosterschelde een klein steelkwalletje. Zij deed dit tijdens het open Nederlandse kampioenschap onderwaterfotografie. De foto's, hoewel erg fraai, vielen helaas niet in de prijzen. Pas deze maand is door een Nederlandse Neteldierenexpert vastgesteld dat het alsnog zeer bijzondere foto's zijn. Het zijn de eerste opnames, en daarmee de eerste waarneming, van
Haliclystus salpinx
in Nederlandse wateren. De ontdekker van het eerste Nederlandse exemplaar van
Haliclystus salpinx
stelt voor om hem de Nederlandse naam Trompet steelkwalletje te geven. Het exemplaar werd op ongeveer vijf meter diepte op Wakame bruinwier aangetroffen en was niet groter dan circa drie millimeter.
Steelkwalletjes behoren, zoals de naam al doet vermoeden tot de neteldieren en zijn daarmee verwant aan de kwallen, koralen, hydroiden en zeeanemonen. Ze bezitten net als al deze andere diergroepen netelcellen waarmee ze hun voedsel in het zeewater vangen en een centrale steel waarvan de holte aan de binnenzijde de maag vormt. Verder hebben ze een voet waarmee ze zich aan substraat kunnen hechten. Maar verder hebben ze een zeer afwijkende anatomie en ook afwijkend gedrag. Ze hebben acht armen met op de uiteinden dertig tot honderd tentakels waar de giftige netelcellen in zitten. Ze kunnen zich heel goed en voor hun afmeting ook redelijk snel verplaatsen. Daarvoor buigen ze hun steel tot dat de tentakelkrans aan het substraat plakt. Vervolgens laten ze de voet los en verplaatsen hem dan over een afstand die ongeveer overeenkomt met de lengte van het dier.