De eekhoorn is dit jaar uitverkozen tot het populairste in het wild levende zoogdier, in Nederland. Dat weet ik omdat ik de uitslag ken van de verkiezing, georganiseerd door het natuurtijdschrift ‘Grasduinen’ en de Zoogdierenvereniging.
Dat het rode beestje hoger zou eindigen dan de grijze muis, was te verwachten. En dat een pluimstaart meer refereert aan aaien dan een vacht vol stekels, ligt ook nog voor de hand. Een ander pluspunt is het feit dat het diertje niemand tot last is, in tegenstelling tot de eveneens roodgekleurde vos.
Jammer dat de opkomst voor de verkiezing niet erg groot was. De eekhoorn had slechts af te rekenen met drieëntwintig tegenstanders. Blijkbaar waren er veel blessures en schorsingen. Maar ja, wie er niet is, kun je ook niet verslaan, moet het sympathieke viervoetertje gedacht heben.
Maar de allergrootste grootste kracht van de eekhoorn blijkt, volgens de organisatie, de tijdgeest te zijn. Dit vraagt om enige uitleg: zijn imago van “spaarzaam beestje dat voorraden aanlegt voor de winter, doet het kennelijk goed in deze tijden van crisis”, aldus een woordvoerder.
Maar als de tijdgeest zo een grote invloed heeft op de verkiezing, dan vrees ik dat in tijden van hufterigheid en ziekteverspreiding, het dier dat dit jaar op de laatste plaats eindigde, volgend jaar als winnaar uit de bus zal komen. Wie dat is? De rat, natuurlijk.