De opvallende neus van
Anolis proboscis
, gekscherend de Pinokkio-hagedis genoemd, was lang een mysterie voor de wetenschap. Onderzoekers van Virginia Tech zijn naar Peru gegaan om een antwoord op deze vraag te vinden.
50 jaar 'uitgestorven' A. proboscis
komt alleen voor in de hoge boomtoppen van de bossen in Peru. In 2005 werd de soort voor het eerst waargenomen, na 50 jaar als uitgestorven te zijn beschouwd. De mannetjes van deze anolissoort zijn het opvallendst: ze hebben een immens lange hoorn op de neus zitten.
Het mannetje (l.) en het vrouwtje (r.) van A. proboscis. Foto: Santiago Ron(CC)
Vangen
Nu de soort dus gelukkig nog in het wild leeft, wilden de onderzoekers meer weten over die mannelijke neus. Door in enkele exemplaren te vangen, werd duidelijk dat het uitsteeksel een grote sociale rol speelt. Uiteraard werden de gevangen exemplaren na het onderzoek teruggezet op de plaats waar ze waren gevonden.
Machoneus
Naast veel paringen zagen de onderzoekers ook dat de mannetjes hun 'neushoorn' niet gebruiken tijdens gevechten. Wel tilden de mannetjes steeds hun neus in de lucht, alsof ze aan elkaar wilden laten zien wie de grootste heeft.
Verder onderzoek
Twee andere anolissoorten hebben een vergelijkbare neus. Nu de onderzoekers deze soort hebben onderzocht willen ze gaan vergelijken. Verdere studie moet uitwijzen of het verhaal van 'wie de grootste heeft, is de baas' echt op gaat, en of het uitsteeksel een rol speelt in voortplantingssucces.