Nederlandse bodem goudmijn voor smaak
• 06-10-2015
• leestijd 2 minuten
© groente
Het eerste smaakpanel ‘terroir van Nederlandse bodem’ is het unaniem eens: de Nederlandse bodem brengt een onverwacht pallet aan smaken voort. Een jury vol specialisten onder leiding van topkok Jonathan Karpathios proefde landbouwproducten van zes verschillende bedrijven. Dit in het kader van de Vegetarische Restaurantweek die gisteren begon en als thema lokaal heeft. Er bleek een groot verschil te zijn in smaak tussen verschillende gronden. Elke prei, biet, wortel en pompoen bleek weer een andere smaak te hebben.
Proeverij
De term ‘terroir’ komt uit de wijnproeverij, waarmee de invloed van bodem en klimaat wordt bedoeld. Met het groenteterroir werd geprobeerd te achterhalen of dit ook geldt voor groenten. Om deze vraag te beantwoorden proefde het panel vier groentes van zes verschillende landbouwbedrijven. Het meest opvallend vonden de aanwezigen de grote verschillen in smaak.
Verschillen in smaak
Duidelijke verschillen zijn er te proeven bij de bieten: de bieten uit de polder zijn zacht en zoet, terwijl de bieten van zandgrond steviger zijn en scherper smaken. De lekkerste prei kwam van de zandgrond en de pompoen van beekdalgrond smaakte volgens de jury het meest naar pompoen.
Vegetarische Restaurantweek
De proeverij was tevens de opening de vijfde editie van de Vegetarische Restaurantweek. Steeds meer dringt bij chef-koks het besef door dat de kwaliteit van de ingrediënten doorslaggevend is voor het succes van een gerecht. Het thema van de Vegetarische Restaurantweek is daarom dit jaar ‘lokaal’.