Nederlanders willen meer natuur, ook in economisch moeilijke tijden
• 11-09-2009
• leestijd 2 minuten
Het netwerk van aaneengesloten natuurgebieden moet op tijd af, om zo het uitsterven van planten en dieren te voorkomen. Dat vindt 88 procent van de Nederlanders, zo blijkt uit een representatieve enquête dat TNS-NIPO heeft uitgevoerd in opdracht van Natuurmonumenten. Eerder werd deze enquête uitgevoerd in 2004 en 2002. Opmerkelijk is dat het belang dat Nederlanders hechten aan Natuur nog steeds groot is. Evenals in 2004 vindt 80 procent dat de overheid ook in economisch moeilijke tijden moet investeren om natuur te behouden. Directeur Jan Jaap de Graeff van Natuurmonumenten overhandigde vanmiddag het NIPO-rapport aan DG Anita Wouters van LNV, die namens minister Verburg aanwezig was.
Verder stelt 70 procent van de ondervraagden dat het areaal natuur – dat tien procent van Nederland omvat – te klein is. De uitbreiding van steden, de toename van bedrijventerreinen en milieuvervuiling worden als belangrijkste bedreigingen gezien voor de natuur in de omgeving van de Nederlander. Ruim negen op de tien Nederlanders vindt het belangrijk dat de overheid nu voldoende geld aan natuur besteedt, met het oog op de toekomstige generaties (2004: 92 procent).
Natuurmonumenten heeft de enquête uit laten voeren aan de vooravond van een grote campagne. Met de oproep “Op de banken voor meer natuur” gaat Natuurmonumenten Nederlanders vragen mee te helpen om er toe bij te dragen dat het netwerk van aaneengesloten natuurgebieden (EHS) op tijd klaar is. Alleen zo kan de achteruitgang een halt worden toegeroepen. “Het draagvlak voor de natuur is onverminderd groot, ook in tijden van een economische recessie. Als er nu alleen in de economie wordt geïnvesteerd, gaat dat ten koste van de ecologie. Let wel: wat nu verloren gaat aan natuur, krijgen we nooit meer terug. Wij verwachten dat dit signaal doordringt in de politiek en dat op deze manier het groene netwerk van natuurgebieden wordt gerealiseerd”, aldus directeur Natuurmonumenten Jan Jaap de Graeff.