De gemiddelde wintertemperatuur loopt in Nederland uiteen van 2,4 graden Celsius in het noordoosten tot 4,2 graden Celsius in het zuidwesten. De winter is het seizoen met de meeste uren neerslag. Het midden van het land is 's winters het natst. De landelijke verdeling van de neerslag toont echter een grillig patroon: de hoogste delen van het land vangen doorgaans de meeste neerslag. De zon schijnt in de winter 160 tot 180 uren en gedurende 36 dagen laat ze geheel verstek gaan. De winter is ook het seizoen van de grote stormen.
Planten
Wie aan de winter denkt, denkt aan de vorst, sneeuw, ijs en kale bomen. Voor het eerste deel van dit seizoen gaat dit wel op, maar tijdens warme winters begint hier en daar snel van alles te bloeien ... De laatste jaren kunt u halverwege december de eerste sneeuwvlokjes al zien. Vroeger was dat halverwege januari pas het geval. Dit betekent een verschuiving van ongeveer vier weken.
Vlinders
In de winter laten vlinders zich maar weinig zien. Heel af en toe valt er een soort waar te nemen uit de groep die als volwassen vlinder de winter doorbrengt. Meestal is dit een dagpauwoog of een kleine vos. Die ziet u dan in huis, omdat het beestje wakker is geworden door de warmte. De vlindersoorten kunnen overwinteren als vlinder, eitje, rups of pop.
Libellen
Bijna alle libellensoorten overwinteren als larve in het water. Overigens duurt het bij sommige libellen meerdere jaren voordat de larven volgroeid zijn. Sommige soorten brengen dan dus meerdere jaren als larve door in het water. In de winter als het koud wordt kruipen de larven weg in de modder om het voorjaar af te wachten.
Vogels
Wat vogels betreft, valt er in de wintermaanden genoeg te beleven. Nederland is gedurende dit seizoen een belangrijk gebied voor verschillende soorten ganzen, vooral kolganzen, grauwe ganzen en rietganzen. De kolganzen komen in oktober aan en vanaf februari trekken ze weer terug naar hun broedgebieden. Vanaf eind december is er een kans dat u het geroffel van de grote bonte specht hoort.