Nederland heeft er tussen 2012 en 2015 zo'n 11.000 hectare aan vrij toegankelijke natuurgebieden bijgekregen. Recreatiegebieden en binnenwateren winnen ook verder aan terrein. Dat ging vooral af van het aantal hectare agrarisch gebied, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van nieuwe cijfers over bodemgebruik.
Ruim 15.000 hectare land- en tuinbouwgrond kreeg een andere bestemming. Dat houdt in dat per dag 14 hectare landbouwgrond verdween, een oppervlakte vergelijkbaar met 28 voetbalvelden.
Minder bos
Tussen 2012 en 2015 daalde de oppervlakte bos. Meer dan de helft hiervan is veranderd in open droog natuurlijk terrein. Een derde van het gekapte bos is agrarisch terrein geworden, waarvan ruim 40 procent in de provincie Groningen. De met Europese subsidie in de jaren negentig op agrarische grond aangeplante bomen (voornamelijk in Groningen) zijn weer gekapt. Daar staat tegenover dat er in deze periode ruim 2,2 duizend hectare nieuw bos is aangeplant. De helft hiervan staat in Drenthe en Gelderland.
Verdeling van het oppervlak
Nederland bestaat volgens de meest recente cijfers het CBS voor 13 procent uit bebouwd gebied, zoals woon- en bedrijfsterrein, en voor een vijfde deel (19 procent) uit water. Zogenoemde groene ruimte beslaat 68 procent, waarvan het merendeel (54 procent van het totaal) agrarisch terrein en de rest (14 procent) bos, recreatie- en open natuurlijk terrein.
De oppervlakte die door het statistiekbureau wordt omschreven als 'open nat natuurlijk terrein' nam met 12 procent het sterkst in omvang toe. Meer boerenland komt beschikbaar voor wateropslag bij hoge grondwaterstanden en voor lokale wetlands, waterrijke beschermde natuurgebieden.