Natuurcompensatieproject voor verlenging A50 na 10 jaar afgesloten

Voor de aanleg van het stuk van de A50 tussen Oss en Eindhoven heeft natuurcompensatie plaatsgehad. Op initiatief van Rijkswaterstaat gebeurde dat via een uitvoerende commissie met draagvlak in de streek. De commissie, met vertegenwoordigers uit landbouw- en natuurorganisaties en ambtelijk ondersteund door gemeentes, waterschap, Staatsbosbeheer, provincie Noord-Brabant, Rijkswaterstaat en Dienst Landelijk Gebied, richtte zich op schade in de landbouw en realisatie van de natuurcompensatie. Er werden vijf gebieden aangewezen waar de compensatie het best tot zijn recht zou komen. Het project nam 10 jaar in beslag en is onlangs officieel afgeloten

Het natuurherstel werd volledig bekostigd door Rijkswaterstaat. Voor het buitengebied tussen Uden, Veghel en Vorstenbosch wist de landinrichtingscommissie zo'n 92 hectare natuur te compenseren. Door vrijwillige kavelruil kon 'nieuwe natuur' geclusterd worden of gekoppeld aan bestaande natuurgebieden.

Ad van de Crommert, die als boer zitting had in de landinrichtingscommissie, heeft wel wat moeite met het feit dat bij dit soort ingrijpende maatregelen de landbouw niet voor compensatie in aanmerking komt. Voor de aanleg van de snelweg komt feitelijk alleen maar natuur terug, terwijl er bij de aanleg van de A50 ook grote stukken landbouwgrond sneuvelden. Het is naar zijn mening wel gelukt om in het project de landbouw zo min mogelijk schade toe te brengen. Een voordeel was dat er 10 jaar geleden vrij veel boeren waren met plannen om te stoppen. Een vergelijkbaar groot project zou momenteel een stuk moeilijker worden.

Albert van Rosmalen, die de natuurorganisaties vertegenwoordigde in de commissie, benadrukt dat ook zijn inbreng er op gericht was om niet aan vruchtbare landbouwgronden te komen. Dergelijke percelen zijn ook minder geschikt voor natuurontwikkeling. Het grootste zoekgebied van de 92 hectare aan natuurcompensatie komt van het gebied Achter de Bergen. Het betreft ruim 30 hectare schrale grond en versterkt het bestaande natuurgebied de Bedafse Bergen. In het gebied is de teelaarde van zo'n 20 tot 30 centimeter diepte weggegraven en inmiddels komen er al allerhande pioniersplantjes bovendrijven.

Bron: Agriholland