Nathalie Baartman: Jaszakken en biobakken
• 03-06-2011
• leestijd 3 minuten
‘De aarde raakt op, wordt leeggeplunderd door haar gretige bewoners.’ Zeventien was ik toen deze boodschap mij voor het eerst trof. Diep trof. Ik was geschokt. Dat het gros der mensheid toekeek, de schouders ophaalde, een nieuw bloesje ging passen of een biefstuk in de pan smeet, begreep ik niet. Ik kon geen half oogje dicht doen, zag in alles de teloorgang van de natuur. Tranen liet ik om de ring van Rotterdam. Zoveel asfalt trok mijn tere zieltje niet.
Er moest iets gebeuren, iets behoorlijk revolutionairs. En ik ging het doen. Ik wilde de nieuwe heiland worden op geitenwollen sokjes met een ecologische voetafdruk ter grootte van die van een mier. Vis zou ik omtoveren tot tofu. Het was mijn taak het ongebreidelde hedonisme van het mensdom te beteugelen. Tadaa.
Het werd een geduchte training. Bij elke stap, elke hap, elke ademteug, vroeg ik mij af: ‘Hoe is dit voor de ozonlaag?’ Geen klokhuis kwam in een gewone vuilnisbak terecht. Afvalscheiding ging door, altijd en overal. Mijn jaszakken werden biobakken. Weet nog dat iemand destijds riep: ‘He, je ruikt naar composthoop.’ Het vleide me.
Mijn vader schold ik uit voor terrorist, omdat ie een kauwgompje in het bos gooide en ik verzon educatieve workshops met als titel: ‘Je zult maar een boom zijn’ waarin ik mensen wilde laten ervaren hoe het voelt om een plens zure regen in het gezicht te krijgen, of slachtoffer te worden van de processierups. ’Nathalie, daar is geen animo voor,’ sprak mijn omgeving. ‘Men gaat liever met een touringbus naar Dusseldorf dan dat ze kiezen voor een weekendje kastijding onder jouw moraliserende begeleiding.’
Toch streed ik voort, nam stelling bij de Aldi, ging in debat met caissières.
-‘Die krentenbollen wil ik wel, maar niet dat plastic zakje.’
-‘Maar dat plastic zakje koop je erbij.’
-‘Ik wil het niet. Ik heb vorige week ook al krentenbollen gekocht in een zakje. Dus ik heb al zo’n zakje. Wat moet ik met al die zakjes?’
-Weggooien.
-Weggooien!?
Weggooien was voor barbaren. Alles moet gerecycled worden, vooral de caissières van de Aldi.
Deze zendingsdrift duurde twee jaar. Toen ben ik gestopt. Iedereen had maling aan mijn roeping uit de woestijn en ik kon niet lekker dansen met de ecologische voetafdruk ter grootte van een mier. Ik wilde geen principes meer, ik wilde plezier.
Vandaag is het wereldmilieudag 2011. Principes zijn nog steeds niet geliefd. Bonussen graaien is de nieuwe hebzucht, de kredietcrisis tiert welig en de hoge heren redden liever het grote geld dan de regenwouden. Staatsecretaris Bleker pleit voor een natuurbeleid nog schadelijker dan een Duitse komkommer. De kennis van toen is de kennis van nu is de kennis van straks. Je zult maar een boom zijn en er is niemand die om je geeft. Vandaag ga ik een daad stellen, een wilgje planten, kijken naar de pootjes van een mier, het volle aroma van een composthoop opsnuiven. Niet uit principe, maar gewoon uit plezier. Vandaag ben ik weer zeventien.