Nathalie Baartman: Dansen met koeien
• 17-04-2016
• leestijd 2 minuten
Ik heb het gedaan. Het werd aangekondigd op een website. ’Kom dansen met koeien!’ Ik kan heel veel mensen verzinnen die daar nooit naar toe zouden gaan. Johan Derksen, bijvoorbeeld. Maar mij trekt dat aan. Knuffelen met kippen. Haken met hamsters. Ik ben daar vatbaar voor. Fluisteren met paarden deed ik ook. De bruine hengst ging met z’n dikke achterste pal voor me staan. Ik kon geen kant meer op. Ik grinnikte en riep enigszins hulpeloos: ‘En wat nu?’ De paardenvrouw, overigens het stoerste mens dat ik ooit ontmoet heb, knipoogde naar me. ‘Tja, los het maar op.’ Paarden als spiegels. Ik geloof daar in. De wereld is een spiegel. Soms begint op het juiste moment een vogel te fluiten.
Daar stond ik met mijn voeten in het gras in gemakkelijke kleding, aangestaard door beesten met uiers. ‘Moet dat nou!? Ga gewoon op vier poten staan en graas voor je uit!’ Koeien zijn daar goed in. Ze laten je voelen: ‘Waar ben je in godsnaam mee bezig?’ Met hun malende kaken lijken ze op een stel op kauwgom smakkende pubers met schijt aan de wereld. ‘Mij maak je de pis niet lauw.’ De boeddhistische grondhouding van een koe. Er zijn managers die duizenden euro’s uittrekken om iets van deze levenswijsheid door een gewiekste goeroe aangereikt te krijgen.
Koeien dus. Ik stond naast hen en bewoog. Aanvankelijk een beetje haperend. Vlak naast me lag een moederkoe die zachte likjes gaf aan het slapende kalfje in haar flanken. Dat raakt, beseffende dat dit beeld van liefde in de huidige veeteelt meer uitzondering is dan regel.
Het bewegen werd gaandeweg makkelijker. Het is goed vertoeven in een wei. Het gras is lekker. De luchten zijn blauw. De geur is beestachtig fris. Je kan er rollen, rennen, dartelen. Af en toe treffen je voeten een plak koeienvlaai. En als je dan denkt: Schijt! Dan ben je er. Dan kan je door. Je weet dat je idioot bezig bent. Maar je denkt: televisie kijken, een hele avond televisiekijken is nog veel idioter.
Je blijft staan als er een horde pinken op je af komt gestormd. Die blauwe plek op je been neem je op de koop toe.
Ten slotte zat ik in het hooi met achter me een koe, zo dichtbij dat ik haar warme adem voelde in m’n nek. Ze kwijlde een beetje.
Ik had daar nog wel uren kunnen zitten.