Het gaat goed met de populatie nachtzwaluwen in Nederland, meldt SOVON Vogelonderzoek Nederland. Op basis van tellingen van vorig jaar schat de vogelvereniging dat de populatie minimaal 1584 paren telt. Dit aantal is de laatste dertig jaar niet meer bereikt. Onderzoekers denken dat de vooruitgang een resultaat is van heideherstel in combinatie met het opwarmende klimaat.
Elk jaar zetten SOVON en Vogelbescherming Nederland een vogelsoort een jaar in de schijnwerpers. In 2007 stond de nachtzwaluw centraal. De aantallen én de verspreiding van de soort liepen vanaf eind jaren zeventig sterk terug, waardoor de soort op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels is gekomen. Sinds eind jaren negentig groeit de populatie echter weer. De tellingen van vorig jaar in heide, duin, stuifzand en naaldbossen, aangevuld met schattingen van niet-onderzochte terreinen waarvan het voorkomen wel bekend is, leverde een eindstand op van minimaal 1584 paar. 'Een recordhoogte', volgens SOVON.
Vogelaars vermoeden dat de positieve ontwikkelingen een gevolg zijn van de uitbreiding en het herstel van de heide en het veranderende klimaat in Nederland en in de Sahel. De Nachtzwaluw lijkt geprofiteerd te hebben van de recente warme en langere zomers in ons land, waardoor paartje twee broedsels in plaats van één kunnen grootbrengen. De toename van de afgelopen jaren heeft met name plaatsgevonden op heidevelden. Naast klimatologische factoren spelen daarbij waarschijnlijk ook beheerfactoren een rol. Het gaat hierbij onder meer om maatregelen tegen vergrassing en het verbeteren van overgangen van bos naar heide, het voorkeursbiotoop van de soort.
De nachtzwaluw is echter één van de weinige karakteristieke vogelsoorten van het heidelandschap die een toename laten zien. Hoe het komt dat alleen de nachtzwaluw floreert op heideterreinen en andere typische heidevogelsoorten niet, is in 2007 op de Veluwezoom nader onderzocht. Onderzoekers voorzagen negen vogels van een minuscule zender om ze te kunnen volgen. De vogels blijken een gebied van zo’n 1 a 2 vierkante kilometer te kunnen hebben voor het verzamelen van voedsel. Door de meeste vogels werd vrijwel alleen op de heide gefoerageerd. Geen van de vogels ging naar (voormalige) landbouwgronden om voedsel te zoeken. Uit onderzoek aan uitwerpselen blijkt dat nachtvlinders, zoals verwacht, het grootste aandeel van het voedselspectrum vormen. Uit de uitwerpselen kon ook informatie worden verkregen over de soortensamenstelling. De vlindersoorten die op het menu van de nachtzwaluw staan blijken de afgelopen periode ook flink te zijn toegenomen op de Veluwe.
Toch is de populatie nog niet terug op het punt van de jaren zeventig. Want hoewel de nachtzwaluw talrijker is geworden, heeft de vogelsoort zijn broedgebied niet uitgebreid, meldt SOVON. De nachtzwaluw is in 2007 wel in meer gebieden vastgesteld dan in de 1998-2000, de periode van de laatste broedvogelatlas, maar de soort komt nog steeds in minder gebieden voor dan in de jaren zeventig. Toen kwam de nachtzwaluw ook in de duinen nog algemeen voor en was veel wijder verspreid in met name het zuiden van het land.