Naar Kopenhagen
• 03-12-2009
• leestijd 1 minuten
De
Klimaattop
in Kopenhagen staat voor de deur. Van 7 tot en met 18 december komen de wereldleiders bij elkaar voor een nieuw klimaatverdrag. Op het spel staat de toekomst van de aarde. Toch is het de vraag of dat verdrag er komt, want de partijen staan nog ver uit elkaar. Klimaatprofessor Pier Vellinga over de kansen in Kopenhagen.
De
klimaatconferentie
duurt tot en met 18 december. Er nemen meer dan 190 landen aan deel. Tijdens de top proberen de deelnemende landen afspraken te maken over de reductie van de uitstoot van broeikasgassen, financiën voor ontwikkelingslanden om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan en het stoppen van ontbossing. Het nieuwe verdrag treedt in 2012 in werking en bevat concrete doelen voor 2020.
Pier Vellinga behoort tot de wetenschappers die in de jaren tachtig als eersten over de gevolgen van opwarming van de aarde publiceerden. Hij was in 1987 één van de oprichters van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties dat in 2007 de Nobelprijs won. Voor Nederland en de EU was hij nauw betrokken bij de vormgeving van het VN klimaatverdrag. Nu is hij hoogleraar klimaatverandering aan Universiteit Wageningen en de Vrije Universiteit Amsterdam en van daaruit directeur van het Nationale Programma Kennis voor Klimaat. Verder is hij commissaris of bestuurder bij verschillende organisaties, waaronder Stichting Urgenda en Financierings Maatschappij Ontwikkelingslanden (FMO).