Sinds de start van het Muggenradar project zijn er al meer dan 1500 muggen opgestuurd naar Wageningen University. Dat maakte Arnold van Vliet van De Natuurkalender zondag bekend in Vroege Vogels.
Van de ingestuurde muggen is 55 procent daadwerkelijk een steekmug. Van alle steekmuggen is zo’n 60 procent de huissteekmug. Er is nog geen DNA-analyse uitgevoerd om te bepalen of het om de Molestus-variant van de huissteekmug gaat. Van de meer dan 2500 mensen die op Muggenradar.nl een formulier ingevuld hebben meldt ongeveer de helft dat ze momenteel overlast ervaren van muggen, vooral in de slaapkamer en de woonkamer.
Twee weken geleden lanceerde Arnold van Vliet van De Natuurkalender en Wageningen University de muggenradar bij Vroege Vogels. Doel van het onderzoek is om te bepalen of en waar steekmuggen actief zijn deze winter, welke soorten dit zijn en of er ook daadwerkelijk overlast wordt ervaren. Om deze vragen te kunnen beantwoorden werd het publiek gevraagd om op Muggenradar.nl waarnemingen door te geven van steekmuggen en aan te geven of men momenteel wel of geen overlast ervaart van deze muggen.
Gevangen steekmuggen kunnen, na invullen van het formulier op Muggenradar.nl, gratis opgestuurd worden naar Wageningen University. Aan deze oproep is massaal gehoor gegeven zodat na twee weken al een overzicht van de eerste resultaten te presenteren is.
Er zijn al meer dan 2500 formulieren op Muggenradar.nl ingevuld. De meldingen komen vanuit het hele land. Er zijn meer dan 1500 muggen opgestuurd, waarvan ongeveer de helft is geïdentificeerd. Van alle inzendingen bleek 55 procent ook echt een steekmug te zijn. Veertig procent was geen steekmug maar vaak een insect dat sterk lijkt op een steekmug zoals bijvoorbeeld de wintermug (dus niet de wintersteekmug), een langpootmug of een gaasvlieg. In 5 procent van de gevallen was niet meer te bepalen welk insect het was.
Van de ingestuurde steekmuggen behoort 58% tot de huissteekmug. Voor deze soort is extra interesse, omdat deze mug een ‘tweelingzusje’ heeft (de Molestus variant) welke in de winter actief blijft. De Wageningse onderzoekers hebben nog geen DNA-analyses uitgevoerd. De verwachting is dus dat een groot deel van de huissteekmuggen die overlast veroorzaakt de Molestus-variant is. Mogelijk heeft de zeer warme winter ook de gewone huissteekmug geactiveerd.
Van de mensen die een formulier ingevuld hebben, geeft 54 procent aan dat ze recentelijk overlast hebben ervaren. In 57 procent van de overlastmeldingen is er iemand gebeten door een mug. In 41 procent had iemand in huis last van gezoem en in 19 procent was er een andere vorm van overlast. De overlast wordt met name ervaren in de slaapkamer (62 procent) en in de woonkamer (43 procent).
Oorspronkelijk was het plan dat mensen tot en met maart dit jaar muggen op konden sturen voor het onderzoek. Door de zeer grote respons is de einddatum vervroegd tot 15 februari.
Bron: Arnold van Vliet van De Natuurkalender en Wageningen University