Een afwisselend landschap van gemaaide en ongemaaide stukken land zou de kans op overleving van gruttokuikens vergroten, zo werd tot nu toe aangenomen. Uit onderzoek van Alterra van Wageningen UR blijkt echter dat dit mozaïekbeheer op zwaar bemeste graslanden weinig effect heeft.
Mozaïekbeheer is de nieuwste vorm van agrarisch natuurbeheer. Boeren maaien en beweiden hun graslanden in fasen, waardoor ze een patroon van percelen met kort en lang gras creëren. Zo ontstaat er een gevarieerd weidelandschap waarin kuikens altijd ergens veilig kunnen rondscharrelen, was de achterliggende gedachte.
Toch bleef de verwachte toename in kuikens achterwege. Uit proeven van Alterra blijkt nu dat vooral het intensieve gebruik en de rijkelijke bemesting van de mozaïekgraslanden het probleem vormen.
Vlak na het maaien is de vegetatie kort, waardoor de jonge grutto's kwetsbaar zijn voor roofdieren, en weinig voedsel kunnen vinden. De insecten die hun hoofdmaal vormen, zitten liever in hoog gras. Tegen de tijd dat de insecten wel toenemen in aantal, is het gras door de intensieve bemesting echter zo hoog en dicht geworden dat de kuikens moeite hebben erdoorheen te komen.
De onderzoekers adviseren in hun rapport dan ook om deze intensief gebruikte landbouwgronden helemaal uit de lijst te schrappen van 'mogelijk kuikenland'. Wel kansrijk zijn de meer kruidenrijke graslanden, vooral als deze licht bemest worden. Op deze percelen leven veel insecten, en de vegetatie is voor de kuikens goed begaanbaar.