Al decennia worden mosselen uit de Waddenzee getransporteerd naar Zeeland om aldaar verwaterd en verhandeld te worden. Zo worden het Zeeuwse mosselen. Zowel voor de voorjaars- als najaarsvisserij op mosselzaad is een vergunning nodig op grond van de Natuurbeschermingswet. Vreemd genoeg geldt dat niet voor het transport van mosselen uit de Waddenzee naar Zeeland. Natuurbeschermers vinden dat op z’n zachtst gezegd raar. Omdat er telkens minder mosselzaad in de Wadenzee valt dreigt een tekort aan mosselen voor vogels te ontstaan. Daarom hebben Waddenvereniging, Vogelbescherming en Stichting WAD eerder dit jaar de Minister van LNV verzocht om de wet te handhaven en deze exodus van mosselen uit de Waddenzee aan een vergunning te onderwerpen. De Minister weigerde dit; zoals de Minister al vele malen eerder weigerde om de regels voor natuurbescherming van toepassing te laten zijn op visserij in de Waddenzee.
Vervolgens hebben natuurbeschermers voor de zoveelste keer de hulp in moeten roepen van de Raad van State om de Minister te wijzen op zijn plichten voor de uitvoering van de Natuurbeschermingswet. In een zogeheten voorlopige voorziening eisen de natuurbeschermers dat de Minister ook dit onderdeel van de Nederlandse mosselcultuur toets aan de geldende wetten en regels voor natuurbescherming. De zitting van de Raad van State waarin dit verzoek wordt behandeld wordt nog deze week verwacht.