Monitoring gevolgen gewasbeschermingsmiddelen
• 08-02-2016
• leestijd 2 minuten
© Fotograaf: Maldito
Gewasbeschermingsmiddelen, gebruikt in land- en tuinbouw, blijken negatieve effecten te hebben op mens, milieu en biodiversiteit. De middelen zijn op één of enkele schadelijke soorten gericht, maar zijn slecht voor andere soorten, waaronder voor ons ‘nuttige’ insecten. Het is van groot belang om op korte termijn een meetnet op te zetten om de gevolgen voor wilde bestuivers in kaart te brengen.
Onderzoeken
Hoewel de landbouw in Nederland zeer intensief is, blijven de natuur en natuurlijke biodiversiteit van grote waarde. De afhankelijkheid van bestuivers en natuurlijke plaagbestrijders voor een goede oogst, zowel kwantitatief als kwalitatief, is een belangrijk voorbeeld hiervan. Zo bleek uit
recent onderzoek van Alterra
dat meer dan de helft van de opbrengst uit de Nederlandse appel- en blauwe-bessenteelt te danken is aan bestuivende insecten. Wilde bestuivers, zoals wilde bijen, zweefvliegen en vlinders, nemen hierbij een groot deel voor hun rekening.
Een
recent rapport van de EASAC
(European Academies Science Advisory Council) geeft nadrukkelijk aan dat niet alleen honingbijen, maar veel meer bestuivende insecten negatief worden beïnvloed door gewasbeschermingsmiddelen.
Zweeds onderzoek
laat zelfs zien dat ze daar gevoeliger voor kunnen zijn. Vorige week presenteerde
Natuur & Milieu een lijst van de in Nederland gebruikte bestrijdingsmiddelen en de risico’s die bekend zijn voor mens en milieu.
Gevaarlijk voor o.a. bijen, vlinders en vogels
Het bleek dat ruim de helft zeer giftig is en schadelijk voor mens en milieu. Er zijn 238 middelen op de Nederlandse markt. Daarvan zijn er 130 niet alleen gevaarlijk voor de mens, maar ook voor bijvoorbeeld bijen, vogels en het drink- en oppervlaktewater. Onder die middelen vallen onder andere neonicotinoïden zoals imidacloprid.
Al langer zijn er sterke aanwijzingen dat deze neonicotinoïden schadelijk zijn voor honingbijen en ook is aangetoond dat vogels negatief gevoelig zijn voor deze middelen. In het genoemde EASAC-rapport komt naar voren dat deze middelen ook voor veel andere ‘non-target’ soorten schadelijk kunnen zijn, waaronder vlinders en wilde bijen, die als zeer belangrijke bestuivers worden gezien.
Lees meer op
NatureToday.com