Mondiale biodiversiteit neemt verder af
• 20-07-2007
• leestijd 1 minuten
De mondiale biodiversiteit dreigt tussen 2000 en 2050 verder af te nemen. Dit komt door verdergaande economische en demografische groei, en daarmee groei van voedselproductie, bosbouw, verdergaande landbouwintensivering, versnippering en klimaatverandering.
Geen van een zestal onderzochte beleidsmaatregelen lijkt in staat om deze afname in belangrijke mate tegen te gaan. Internationale handelsliberalisering en armoedebestrijding verslechteren de situatie verder. Houtplantages en energieteelt kunnen op langere termijn leiden tot minder biodiversiteitsverlies, maar op korte termijn neemt het verlies juist toe. Alleen uitbreiden van het areaal beschermde gebieden en minder vleesconsumptie kunnen op korte termijn het verlies beperken. Dit blijkt uit een onderzoek dat het MNP heeft uitgevoerd.
Op verzoek van het secretariaat van het Biodiversiteitsverdrag (CBD) heeft het MNP een onderzoek gedaan naar mogelijkheden om het verlies van de mondiale biodiversiteit te beperken. Dit onderzoek is verricht ter voorbereiding van COP8, de achtste vergadering van de verdragstaten uit de hele wereld van 20 tot 31 maart in Brazilië. Bewindslieden bespreken daar ondermeer de voortgang van het realiseren van de 2010-doelstelling om het verlies van de biodiversiteit in 2010 aantoonbaar af te remmen.
Door economische en demografische ontwikkelingen is de mondiale biodiversiteit in het peiljaar 2000 al afgenomen tot 70%, vergeleken met een volledig natuurlijke situatie. In het gebruikte referentiescenario blijkt dat bij ongewijzigd beleid het biodiversiteitsverlies naar alle waarschijnlijkheid onverminderd door zal gaan. De mondiale biodiversiteit zal verder dalen tot 63% in 2050.