Minister moet morgen inhoudelijk reageren op eis Milieudefensie
• 15-12-2005
• leestijd 2 minuten
Minister Peijs heeft bot gevangen bij de Raad van State. De rechtbank verklaart het hoger beroep dat zij ingesteld tegen de uitspraak van de Amsterdamse voorzieningenrechter van 7 oktober, ongegrond. In die uitspraak wordt de minister veroordeeld om inhoudelijk in te gaan op de eis van Milieudefensie om de maximumsnelheid te verlagen op ruim 200 kilometer stadssnelweg. Ze heeft hiervoor nu nog precies één dag de tijd.
Campagneleider Verkeer Joris Wijnhoven van Milieudefensie: 'Het
tijdrekken is nu voorbij. Morgen moet Peijs van de rechtbank laten weten wat de inhoudelijke redenen zijn om de verlaging van de maximumsnelheid naar 80 kilometer, een effectieve luchtreinigende maatregel, niet in te voeren buiten de vijf kleine stukjes snelweg (23 kilometer in totaal) waar ze dat eerder wel deed.'
De Amsterdamse voorzieningenrechter gaf de minister op vrijdag 7 oktober tien weken de tijd om inhoudelijk te reageren op de eis van Milieudefensie. Die termijn loopt morgen, vrijdag 16 december af. De minister moet dan een zogeheten 'Beslissing op Bezwaar' aan Milieudefensie kenbaar maken.
De Raad van State bevestigde bovendien de uitspraak van de rechtbank, dat Milieudefensie belanghebbend is in deze zaak: 'de
voorzieningenrechter heeft derhalve terecht overwogen dat Milieudefensie belanghebbende is bij het nemen van de gevraagde verkeersbesluiten'. De minister had dat eerder bestreden. Ook de stelling van Peijs dat het niet ingaan op de eis van Milieudefensie formeel niet als een besluit te zien zou zijn, werd door de Raad van State naar de prullenmand verwezen.
Milieudefensie wil de maximumsnelheid om te beginnen verlagen op de A1, A2, A4, A9 en A10 in de regio Amsterdam, de A2, A12 en A27 bij Utrecht, de A4, A15, A16, A20 bij Rotterdam en de Drechtsteden, de A4 bij Den Haag, de 13 langs Delft, de A73 bij Nijmegen en de A2 langs Eindhoven en Den Bosch.