Het is een Nederlandse uitvinding: een machine die milieuvriendelijk en energiezuinig textiel verft. In plaats van grote hoeveelheden water maakt dit procedé gebruik van een reststof uit de industrie: CO2. Voor het verven van één kilo textiel is nu nog tussen de 150 en 200 liter water nodig. Maar schoon water wordt steeds schaarser en kooldioxide is ruim voorhanden. Er is nu nog maar één prototype van de machine, maar kledingfabrikanten hebben grote interesse.
De manier waarop textiel nu wordt geverfd, is verre van milieuvriendelijk. Hoeveel verontreinigd water de textielindustrie jaarlijks loost, is onbekend. Schatting: Voor het verven van één kilo textiel is tussen de 150 en 200 liter water nodig. Deze nieuwe machine gebruikt veel minder chemicaliën en verfstoffen en is energiezuinig. Maar nog belangrijker: er komt geen water aan te pas.
In een groot drukvat waar de rol textiel in gaat wordt CO2 gespoten waarna de druk wordt opgevoerd tot 250 bar. De druk maakt de koolstofdioxide vloeibaar waardoor de kleurstoffen oplossen en in de textiel terecht komen. Het energieverbruik vermindert met zo’n 30 tot 50 procent. De hoeveelheid kleurstof die nodig is, ligt vele malen lager dan wanneer je water gebruikt. Tegelijkertijd dringt de machine de totale productiekosten terug. De textielindustrie is 70 procent kwijt aan kleurstoffen.” Van de gebruikte CO2 wordt 95 procent opgevangen en weer opnieuw gebruikt. De overige 5 procent verdwijnt schoon de lucht in.
De verfmachine heeft de Herman Wijffels Innovatieprijs gewonnen, de prijs van de Rabobank voor de meest duurzame innovatie.