van locaties waar mogelijk gebouwd gaat worden terwijl mensen dat
liever niet zien.
Stichting Natuur en Milieu (SNM) riep eerder
mensen op om plekken te melden waar de 'open ruimte' onnodig wordt
volgebouwd. Volgens de groeperingen schort er nogal wat aan de manier
waarop met de schaarse ruimte wordt omgegaan.
De
PvdA-bewindsvrouw kondigde vorige week aan dat ze de verrommeling van
het landschap wil aanpakken met nadere spelregels voor
bedrijventerreinen, glastuinbouw en woningbouw.
Die punten
hebben ook de milieuorganisaties op hun lijstje staan. Zij zouden graag
zien dat er voorlopig geen plannen komen voor nieuwe bedrijventerreinen
en dat bestaande plannen worden bevroren. Ook moet jaarlijks 250
miljoen euro worden vrijgemaakt om verouderde terreinen versneld op te
knappen.
Het idee voor zo'n fonds krijgt bij minister Cramer
,,een hoge prioriteit''. Maar ze tekende er bij aan dat een oud plan
voor een leegstandsfonds strandde, en dat ,,geld ook niet verleidelijk
moet worden''. En over een bouwstop voor bedrijventerreinen is overleg
nodig binnen het kabinet, en moet worden bezien of plannen
teruggedraaid kunnen worden. ,,Zo makkelijk gaat het niet.''
Volgens
Joris Hogenboom van de Utrechtse Milieufederatie beconcurreren
gemeenten elkaar met lage grondprijzen. Nieuwbouw is daardoor goedkoper
dan investeren in bestaande terreinen, die verpauperen. Hij gaf als
voorbeeld plannen bij Wijhe langs de IJssel en Apeldoorn.
Volgens
SNM-directeur Mirjam de Rijk slaat de helft van de meldingen op
bedrijventerreinen, 35 procent op plannen voor bungalowparken,
boerenbedrijven en gaat maar een klein deel over woningbouw. ,,Mensen
hebben het idee dat dat nodig is.'' Cramer wees op de kabinetsplannen
om jaarlijks 80.000 tot 100.000 woningen erbij te bouwen.
De
minister zei dat provincies meer hun verantwoordelijkheid zouden moeten
nemen om gemeenten te sturen en te controleren op naleving van
streekplannen. Ze wil anders als Rijk kunnen ingrijpen. ,,Centraal wat
moet, moet nadrukkelijker ingevuld.'' Die opmerking sloeg op het motto
van de Nota Ruimte van het vorige kabinet ('centraal wat moet,
decentraal wat kan'), waardoor gemeenten meer vrijheid kregen.
Bron: ANP