Milieudefensie presenteert klimaatkaart
• 03-12-2007
• leestijd 2 minuten
Gemeenten kunnen veel meer tegen klimaatverandering ondernemen dan zij nu doen. Dat blijkt uit de vandaag gepubliceerde klimaatkaart van Milieudefensie. Daarop is voor elke gemeente de CO2-uitstoot per inwoner berekend en is een ranglijst van klimaatvriendelijke gemeenten opgesteld. Wassenaar, Rheden en Laren komen als gemeenten met het slechtste klimaatbeleid uit de bus. Tilburg, Leeuwarden en Bernheze scoren het best.
Actievoerders van Milieudefensie plaatsten vanochtend in 22 gemeenten waarschuwingsborden met de tekst 'CO2 te hoog!'. “Gemeentebesturen moeten zich veel meer bewust worden van de mogelijkheden die ze hebben om wat aan de klimaatverandering te doen”, stelt Willem Verhaak van Milieudefensie. “Ze kunnen maatregelen nemen op het gebied van energiebesparing, verkeer, woningbouw en het stimuleren van duurzame energie. Om de uitstoot naar een verantwoord niveau terug te brengen, moeten de CO2-emissies jaarlijks met minimaal 3 procent dalen.”
Op de site
www.klimaatkaart.nl staan actiepunten voor gemeenten, met voorbeelden van maatregelen om klimaatvriendelijker te worden. Inwoners kunnen zien hoe goed het klimaatbeleid van hun eigen gemeente is. Ze kunnen via de site hun gemeente een e-mail sturen om deze aan te sporen een effectief klimaatbeleid te voeren.
Dit is het eerste jaar dat Milieudefensie de totale CO2 -uitstoot binnen de gemeenten in kaart heeft laten brengen. Samen met een score per gemeente voor hun klimaatbeleid, leidt dit tot een Klimaatscore per gemeente. Volgend jaar maakt de milieuorganisatie een ranglijst welke gemeente in de tussentijd de meeste CO2 heeft bespaard.
Vanaf vandaag vergadert de wereld op de VN-top in Bali over internationale maatregelen tegen het broeikaseffect. Met de actie bij de Nederlandse gemeenten laat Milieudefensie zien dat klimaatverandering ook lokaal om actie vraagt. Verhaak: “Hoewel steeds meer gemeenten klimaatbeleid hebben ingevoerd, is er een grote groep achterblijvers die nog niks doet. Dat moet veranderen.”