Vandaag (dinsdag) stemde de Eerste Kamer in met de mestwet, de wet waarmee het mestoverschot in Nederland aangepakt moet worden door mestverwerking te verplichten. Volgens Milieudefensie is mestverwerking onvoldoende om van het mestprobleem af te komen. “Met de mestwet werken we het overschot niet weg,” aldus Jacomijn Pluimers, campagneleider duurzaam voedsel van Milieudefensie. “Zeker niet nu staatssecretaris Dijksma de melkveesector toestaat om te groeien. Er moeten duidelijke normen komen voor hoeveel koeien er per hectare land gehouden mogen worden, anders blijft het qua mestverwerking dweilen met de kraan open.” Het Planbureau voor de Leefomgeving concludeerde vorige week in haar evaluatie van het mestbeleid dat de uitbreiding van de mestverwerking onvoldoende is voor de verwachte hoeveelheid mest.
Vorige week maakte staatssecretaris Dijksma bekend het systeem van dierrechten waarmee grenzen worden gesteld worden gesteld aan hoeveel varkens en kippen de Nederlandse vee-industrie mag houden, in stand te willen houden. Milieudefensie is tevreden met dit voorstel, omdat groei van de veehouderij het mestoverschot alleen maar verergert. Daarnaast zijn er tal van andere problemen die door de intensieve vee-industrie worden veroorzaakt, die erger worden door groei van de sector. Zoals het gebruik van antibiotica en het gevaar van resistente bacteriën voor de volksgezondheid en de uitstoot van ammoniak, broeikasgassen en fijnstof.
“Het is goed dat er grenzen blijven aan hoeveel varkens en kippen er worden gehouden ”aldus Pluimers. “Maar er moeten ook duidelijke normen komen voor de melkveesector om te zorgen dat daar geen ongebreidelde groei plaatsvindt. Groei toestaan met alleen mestverwerking als sluitstuk is vragen om problemen.” Milieudefensie pleit daarom voor een grondgebonden melkveehouderij waarbij veehouders alleen mogen uitbreiden als er per twee koeien een hectare gras beschikbaar is.