Milieudefensie: heffing op vlees

Om de veehouderij in Nederland milieu- en diervriendelijk te maken, moet er een milieuheffing van 85 cent komen op elke kilo vlees. Ook dienen veehouders die stoppen met het houden van dieren op grote schaal daarvoor financiële steun te krijgen. Uiteindelijk biedt dat meer boeren toekomst dan doorgaan op de ingeslagen weg.

Dat stelt Milieudefensie in de dinsdag gepresenteerde notitie 'Boeren met toekomst'. Het voorstel is de uitwerking van het eerder ingediende burgerinitiatief 'Stop Fout Vlees' dat door ruim 100.000 Nederlanders wordt gesteund. Milieudefensie wil daarmee vooral een einde maken aan de bioindustrie en het dierenwelzijn verbeteren.

De heffing op vlees is nodig om niet-zichtbare gevolgen van de veehouderij als vervuiling en broeikaseffect aan te pakken. Nederlanders kopen jaarlijks ruim 800 miljoen kilo vlees. Milieudefensie denkt met de milieuheffing 700 miljard euro binnen te krijgen en wijst erop dat de koper maar 0,5 procent meer moet betalen voor het lapje vlees.

Het aantal varkens en kippen dat wordt gehouden, kan de komende tien jaar worden gehalveerd. Daarna kan Nederland zo ongeveer in de eigen vleesvraag voorzien, blijkt uit de notitie. Dat is niet alleen gunstig voor het milieu en dierenwelzijn, ook de boeren kunnen er beter van worden.

Wie ervoor kiest om niet langer 'voor de onderkant van de markt te produceren' maar een kwaliteitsproduct levert, moet een kwaliteitstoeslag ontvangen. ,,Kiezen voor kwaliteit biedt daardoor meer boeren toekomst'', aldus Wouter van Eck (Milieudefensie).

Hij vervolgt: ,,Wij zien met lede ogen dat het aantal boerderijen afneemt. In 1980 waren er nog 50.000 veehouders, nu zijn er minder dan 10.000. Als we geen maatregelen nemen, gaat die trend door en wordt het nog eenzamer op het platteland. Ons scenario pakt uiteindelijk beter uit voor de boeren. Dit helpt meer agrariërs aan het werk. Kinderen die nu hun ouders niet kunnen opvolgen, kunnen dat dan wel.''

Nadeel van het verminderen van de intensieve veehouderij is dat er banen verdwijnen in bijvoorbeeld slachterijen en de transportsector. ,,Maar bij een geleidelijke omschakeling kan veel worden opgevangen door natuurlijk verloop.''

Bron: ANP