Wantsen zijn net kevers. Net zo mooi, net zo glanzend, net zo vernuftig in elkaar gezet. Vaak worden de twee insectengroepen met elkaar verward. Het verschil zit ’m in de appreciatie. In tegenstelling tot de kevers worden wantsen veracht. Dat hebben de vele duizenden soorten te wijten aan die ene die het voor de hele groep verpest: de wandluis. Drinken de meeste wantsen zoetjes plantensap, de wandluis zuigt mensenbloed. In spleten en kieren wacht hij zijn kans af om ons aan te boren.
Vlieger zoals de andere wantsen kan de wandluis niet. Hij laat zich vliegen. Met KLM of British Air komt hij in onze hotels aan. Voor de oorlog trof hij daar familieleden bij duizenden. Maar de oorlog is allang voorbij. In 1945 werden de capitulatie-onderhandelingen gevoerd in een oud Wagenings hotel.
Daar sliep ik van de week. Ik had me op een klassieke kamer verheugd. Maar helaas, een binnenhuisarchitect was me voor geweest. Na de oorlog met de Duitsers had hij de strijd tegen al was vies en voos is aangebonden. Heel mijn kamer was wit en grijs, glas en kaal, stijf en strak. Modern. Een eenpersoons-sanatorium. Je voelde je gelijk ziek. Zelden ben ik zo vroeg naar bed gegaan. Ogen dicht. Licht uit. Ik droomde over het verluisde soort hotels in exotische streken waar je na thuiskomst over op kunt scheppen.
De badkamer bleek een luxe isoleercel. Om kiemen geen kans te geven stak er maar één knop uit de wand van het bad. Net de joystick waarmee je een helikopter bestuurt, maar dan zonder driejarige cursus om hem te bedienen. De knop draaide en kantelde, het water spoot waar het niet gaan kon, ik vloekte, verbrandde me en kwam half-gewassen, te laat voor het ontbijt.
Hongerig verliet ik het hotel. In zijn ijver om hygiëne uit te stralen had het hotel niet alleen wandluis maar ook mij verjaard. Waar zelfs een wants geen spleet vindt om te huizen kan ik evenmin verblijven. Zo snel mogelijk rende ik naar mijn eigen huis vol reten en kieren, foeterend op de angst voor ongedierte die nog erger is dan het ongedierte zelf en vooral op het ergste ongedierte dat hotels en huizen onbewoonbaar maakt: de binnenhuisarchitect.