Voortbeweging vervult mensen met ontzag. Dat is van jongs af ingeprent. Nog voordat ze zindelijk zijn leren je kinderen onder luide aanmoedigingen het lopen. Niet veel later worden ze met luier en al in een wandelwagentje gepropt. Zwemles, de eerste echte fiets en naar Schiphol volgen. Geen wonder dat het kind met zestien jaar nog maar één wens heeft: een scooter. En met achttien nog steeds maar één, maar nu een andere met vier wielen. Goed komt dit nooit meer. Praten over auto’s, bladeren in timetables, wanhopig worden op klaverbladen en het vormen van files vullen de rest van je leven tot aan het dodelijke ongeluk. Geen beter bewegen dan voortbewegen
Niet zonder jaloezie kijken we naar het dierenrijk. Daar kunnen ze er wat van. Vliegen en rennen zo snel als een auto, maar dan zonder auto. Onze bewondering stijgt ten top wanneer de trek begint. Zwaluwen met een retourtje Afrika, fitissen van enkele grammen die 3000 kilometer afleggen, zelfs vlinders blijken voor wat zonnewarmte niet tegen een reis van honderden kilometers op te zien. En wij maar klappertandend achterblijven. Toch is onze bewondering misplaatst. De winter is een probleem voor mens en dier. Maar wegtrekken is niet de elegantste oplossing. Het kan veel eenvoudiger. Trekvogels zijn uitslovers. Voor de beste oplossing voor het winterprobleem moet je niet omhoog, maar omlaag kijken. Naar de egels. Egels zijn niet zo stom om naar Afrika te trekken. Zij weten dat de winter een probleem is dat vanzelf overgaat. Als je maar geduld hebt. Dus gaan de egels in winterslaap. Zo hebben ze toch van honger en kou geen last. De stofwisseling is zo ver teruggebracht dat een egel de hele winter aan zijn vetvoorraad voldoende heeft. Terwijl zwaluw en fitis op hun trek slag leveren met storm, uitputting, vijanden en ander gevaar, ligt de egel warm en veilig in slaap. En in wat voor slaap! Anders dan tijdens de gewone slaap reageert een egel in winterslaap nog goed op prikkels. Hij is er wel degelijk bij. Slapen en weten dat je slaapt. Dat is pas geluk. Waren wij maar zo wijs. Denk je eens in, met de eerste herfststormen het bed in en pas met het voorjaarszonnetje er weer uit. Niks nat worden in herfstbuien, niks melig televisie bij de kachel, niks ijs van autoruiten krabben, niks zogenaamde winterpret. En denk eens aan de energiebesparing. Slapend word je rijk. En mooi. Tijdens de winterslaap teer je op je vet dat zienderogen verdwijnt. Aangezien je in je slaap niet kunt eten is slapen de beste vermageringskuur. Mooi mager word je in het voorjaar wakker. Klaar voor wat komen gaat. Helaas blijft dit een droom. Hadden we maar een beter lichaam moeten hebben. Het is van een verouderd model, met slechts één vaste temperatuur: 37 graden Celsius. De egel daarentegen heeft een zomer- en een winterstand. Hij hoeft de knop maar om te zetten en het lichaam werkt op een laag pitje en slaapt. En wij maar voortrazen, de hele winter door. De egel hoort het welwillend aan, met een glimlach draait hij zich nog op zijn andere zij. Nog 97 nachtjes slapen.