Merels in de stad vermijden spits
• 05-03-2009
• leestijd 1 minuten
Merels die in de stad wonen, beginnen eerder met zingen dan hun soortgenoten op het platteland. Dat komt omdat stadsvogels de spits willen vermijden. Door al het verkeer dat voorbij raast, zijn ze niet meer te horen. Dat blijkt uit een donderdag gepubliceerd onderzoek van cognitiewetenschapper Jelle Zuidema van de Universiteit van Amsterdam (UvA).
Zuidema heeft onderzoek gedaan naar de verschillen en overeenkomsten tussen menselijke taal en vogelzang. Daaruit blijkt dat deze twee niet met elkaar zijn te vergelijken. Het talent dat de mens voor taal heeft, is uniek in de natuur. Vogelzang heeft nauwelijks betekenis en is alleen bedoeld om vrouwtjes aan te trekken en mannetjes af te schrikken, aldus de onderzoeker.
Geen aap of vogel kan de manier waarop mensen betekenisloze klinkers en medeklinkers samenvoegen tot zinnen nadoen. Toch zit er volgens Zuidema in de zang van sommige vogels een structuur van grammaticaregels. Die hebben echter geen enkele betekenis, behalve dat een moeilijke noot meer indruk kan maken op andere vogels.