Mereldagboek – paartijd, broedtijd nr. 5_25_06_2010
• 25-06-2010
• leestijd 2 minuten
Luca ‘onderzoekt’ tegelijkertijd drie potentiële nestplekken op geschiktheid. Naar al die plekken sleept ze nestmateriaal. Het is blijkbaar typisch iets van Luca, dat uitproberen. Ze besluit ten slotte haar vijfde nest in de klimroos te bouwen, vlak boven de keukendeur.
Als ik op de drempel sta en omhoog kijk, kan ik zien hoe de bouw vordert. Luca kijkt me soms recht aan als ze bezig is, een meter boven mij. Het geeft aan dat ze mij niet meer als een bedreiging ziet. De openslaande deur, de onrust van het in- en uitlopen, ze neemt het voor lief. Drie maanden eerder was dit onmogelijk geweest. Het voelt als een kleine, maar dierbare overwinning hun vertrouwen te hebben gewonnen.
Lex heeft niet veel te doen. Hij volgt Luca, blijft dicht bij haar, en zit vooral veel te zingen vanaf zijn geliefde plek op een, schuin onze tuin in stekende tak van de monumentale berk van de buren.
Een paar dagen geleden was ik getuige van een bijzondere scène. Luca kwam aangevlogen met haar bek vol met nestmateriaal. Lex kwam opgewonden naar haar toe en maakte duidelijk dat ie wel eens wat meer wou. Hij nodigde haar uit tot een paring, zijn bek sperde hij wijd open, kuif omhoog, veren wijd. Hij drentelde om haar heen, binnensmonds zingend. Een prachtig intiem tafereeltje, dat ik nog nooit zo gezien had. Maar Luca was duidelijk niet in de stemming, ze vloog gewoon met het spul in haar bek naar het nest. Einde verhaal.
In dat nest liggen weer eieren, als ik uit het badkamerraam ga hangen en voorzichtig een paar takken opzij buig, kan ik er drie zien liggen. Ze zijn niet egaal gespikkeld, zoals mereleieren er normaal gesproken uitzien, maar ze hebben een soort ‘Saturnus’-ring van donkere vlekken bij het stompe eind. Kennelijk ook typisch Luca.
Hay Wijnhoven, 24 juni ’10