Mereldagboek – Laatste loodjes_30_07_2010
• 30-07-2010
• leestijd 2 minuten
De oude, zes meter hoge Taxus bij de buren is in slechts een jaar tijd bijna tot de nok toe met wilde wingerd overgroeid geraakt. Een houtduif bouwt nu een nest binnen de ondoorzichtige bladmassa. En, al is de duif zelf zwijgzaam, een kenmerkend klepperend geluid verraadt telkens haar aanvliegroute: houtduivenvleugels. ‘Keihard’ zijn die. Op een gazon zag ik twee doffers, verwikkeld in een territoriumgevecht. Dat had ik nog nooit zo mooi gezien. Ze knokken letterlijk met hun vleugels. Ze slaan elkaar er mee om de oren.
Laatst kreeg ik van Sylvie (bedankt, Sylvie!) een aardige mail naar aanleiding van het mereldagboek. Ze stuurde een foto mee waarop ‘haar’ houtduif te zien was, zittend op haar hand, etend uit een bak met graanvoer. Ik stond versteld. Ik ken houtduiven alleen als schuwe, beetje dommige, tikje lompe vogels. Ik ben altijd gecharmeerd geweest van houtduiven, ik zal mijn vooroordelen herzien. Misschien aardig voor een vervolgproject: Houtduifdagboek?
Lex en Luca voeren hun jongen nog steeds. De twee pubers zijn eigenlijk al zelfstandig. Ze komen, nog wat onhandig, knalrode kamperfoeliebessen uit de struik pikken. Lex heeft een pootblessure, hinkend komt hij zijn bek vol rozijnen of compostwormen proppen en vliegt die naar een jong over. Op de foto zie je Lex (boven) in juni, en hoe hij er nu uitziet (onder). Zijn verenkleed is totaal versleten en bleek geworden. Opvallend genoeg zijn Lex’ vleugelveren lichter bruin geworden dan de rest van het kleed. Dat kan er op wijzen dat ook hij een eerstejaars man is.
Baps is niet weg, al is haar broedsel mislukt. Ze komt vaak stiekem langs, gaat dan heel dicht bij me zitten, een paar rozijnen eisend. Een oude dame behandel je met respect.
Hay Wijnhoven, 29 juli ’10