Iets over “mereltaal” vandaag. Merels uiten zich graag vocaal. Ze hebben een vrij groot arsenaal aan geluiden waarmee ze iets duidelijk maken. Ze schelden elkaar enthousiast de huid vol, krijsen paniekerig als er een ekster of kat bij het nest zit of waarschuwen met een kenmerkende roep als een andere merel hun territorium binnendringt. Het zijn geluiden waarmee je meer vertrouwd raakt naarmate je langer naar die vogels kijkt. Op de cd bij het Mereldagboek analyseren we een aantal merelgeluiden.
Maar als twee merels bij elkaar in de buurt komen gaat de lichaamshouding een grote rol spelen. Je kunt aan de hand van hun “gebarentaal” bijvoorbeeld meteen te weten komen welke merel dominant is en welke ondergeschikt.
Deze week deed zich zo’n kenmerkende situatie voor. Baps heeft vijf jaar in onze tuin de scepter gezwaaid. Nu is de oude dame territoriumloos en onvruchtbaar, maar ze blijft in de buurt rondhangen. Onze tuin is nu van Lex en Luca. Luca is zeer waarschijnlijk een dochter van Baps. Ze tolereert haar aanwezigheid. Maar Lex moet weinig van zijn schoonmoeder hebben. Hij jaagt haar vaak weg, al doet hij dat nogal halfslachtig, hij weet zich geen raad met de situatie, zo lijkt het.
Baps kwam bij de keukendeur om rozijnen bedelen. Op de linker foto zie je haar zitten, volop in de rui, haar vleugelveren zijn versleten en vaal, een paar nieuwe, donkere veren komen te voorschijn. Onder heb ik haar kopje uitvergroot. Dan komt Lex op de rozijnen af. Baps reageert meteen, zij het heel subtiel, op zijn komst. Ze blijft brutaal zitten waar ze zit, met één klein maar belangrijk verschil: ze zet haar kopveren omhoog (zie uitvergroting onder). Met het opzetten van de kuif maakt ze aan Lex duidelijk dat ze geen kwade bedoelingen heeft, ze stelt zich onderdanig op, accepteert met dit gebaar dat Lex de baas is. Hij laat haar verder met rust.