De invloed van de mens op klimaatveranderingen moet niet overschat worden. Dat stelt hoogleraar Thijs van Kolfschoten van de Universiteit Leiden woensdag. Hij noemt vooral de grilligheid van de natuur en de relatie van de zon met de aarde als oorzaak.
Van Kolfschoten heeft onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van zoogdieren sinds de eerste ijstijd. Daaruit blijkt dat schommelingen in temperatuur en het smelten van ijskappen zich in de periode voor de laatste ijstijd ook voordeden. De hoogleraar zegt er heilig van overtuigd te zijn dat er een volgende ijstijd aankomt.
,,In de zeventiger jaren praatten we nog over een naderende ijstijd en nu over smeltende ijskappen. Die pieken en dalen zie je door de tijd altijd terugkomen'', aldus Van Kolfschoten. Een vaste verklaring voor de klimaatveranderingen is er volgens hem niet.
Van Kolfschoten zegt geen fan te zijn van Al Gore, die samen met het VN-panel IPCC vorig jaar de Nobelprijs voor de Vrede kreeg voor hun inspanningen om de wereld bewust te maken van de klimaatproblemen. Volgens de voormalige vicepresident van de Verenigde Staten kan de mens juist van alles doen om de klimaatverandering tegen te gaan.