De langdurige strenge vorstperiode waar ons land mee te maken heeft, levert voor een aantal vogelsoorten grote problemen op. Nu vorst en sneeuw voor een langere periode aanhouden hebben vogels veel moeite om voedsel te vinden. Het bijvoeren van tuinvogels helpt om hun overlevingskansen te vergroten. Sommige soorten, zoals verschillende watervogels en lijsters, vertrekken naar het warmere zuiden om voedsel te zoeken. Standvogels, zoals ijsvogels, blijven in ons land. Zij zullen ernstig verzwakken of zelfs sterven door het gebrek aan voedsel.
Het bijvoeren in de winter helpt tuinvogels om hun overlevingskansen te vergroten. Het kost vogels namelijk veel energie om bij vorst hun lichaamstemperatuur op peil te houden. In een koude nacht verliezen kleinere soorten zo’n tien procent van hun gewicht. Vogels die bijgevoerd worden blijken niet volledig afhankelijk van dit voer te zijn; vogels vertrouwen namelijk niet op één voedselbron. Door vogels ’s ochtends te voorzien van vers water of ijsschaafsel en voedsel zonder zout (brood, vetbollen, zaad en fruit) zullen meer tuinvogels ongeschonden de winter doorkomen.
Op 23 en 24 januari vindt de Nationale Tuinvogeltelling plaats. Iedereen kan meedoen, een half uur lang de vogels in zijn tuin tellen en het resultaat doorgeven op
www.tuinvogeltelling.nl