In buitengebieden moeten meer schuilstallen komen voor kleinvee als schapen, geiten en paarden. Dat stelden de Dierenbescherming, de Nederlandse Belangenvereniging van Hobbydierhouders en het Landelijk Kennisnetwerk Levende Have maandag.
Volgens de organisaties houden gemeenten de bouw van schuilstallen vaak tegen. Gemeenten vrezen volgens de Dierenbescherming aantasting van het landschap als zij vergunningen afgeven voor stallen in buitengebieden. Eigenaren van kleinvee en paarden klagen daarover bij de Dierenbescherming. De organisatie krijgt ook regelmatig klachten van passanten die kleinvee in weer en wind in de open lucht zien staan.
De eigenaren kiezen nu noodgedwongen vaak voor containers of noodgebouwtjes om hun dieren alsnog onderdak te bieden. ,,Zeker bij koude weersomstandigheden zoals nu, is degelijk onderdak hoognodig, aldus een een woordvoerder van de Dierenbscherming.
De nieuwe Ruimtelijke Ordening die vorig jaar van kracht werd, maakt meer mogelijk in de buitengebieden, stellen de drie organisaties. In een brochure roepen de drie gemeenten, provincies en eigenaren van kleinvee op samen een oplossing te zoeken.
Nederland telt ruim honderdduizend burgers die op bescheiden schaal dieren houden in het buitengebied. Het gaat daarbij vooral om schapen, geiten, paarden, ezels, varkens en alpaca's. De laatste is een kameelachtige soort uit Zuid-Amerika.