Meer grip op milieu door Paddenstoelenmeetnet
• 18-08-2011
• leestijd 3 minuten
Paddenstoelenliefhebbers komen deze dagen niets tekort. Door de grote hoeveelheid regen die er valt, zijn veel soorten al vroeg en uitbundig aanwezig. Het nieuwe seizoen van het Paddenstoelenmeetnet beleeft dan ook een ongekend goede start. Dit jaar alweer voor de dertiende keer. Voor de vele vrijwilligers die meedoen met het meetnet valt er nu dan ook wel wat te tellen.
Het Paddenstoelenmeetnet start dit jaar het dertiende telseizoen. De al die jaren door vrijwilligers verzamelde gegevens leveren belangrijke informatie op over de stand van het milieu in de bossen. Paddenstoelen worden steeds zeldzamer blijkt uit het meetnet. De verwachting dat veel soorten weer terug zouden komen door verbetering van de milieukwaliteit is nog niet uitgekomen. Extreem droge jaren en een nog te hoge stikstofbelasting zijn hier hoogstwaarschijnlijk debet aan. Ook de veelvuldige verstoring van de bodem is niet gunstig voor paddenstoelen.
Bermen en Bossen
Het Paddenstoelenmeetnet bestaat uit meetpunten waar vrijwilligers jarenlang consequent de vruchtlichamen van een selectie van soorten tellen. Voor het monitoringproject zijn 110 soorten geselecteerd die goed herkenbaar zijn en representatief voor de paddenstoelen in bossen en lanen op zandgronden. De meetpunten zijn vooralsnog beperkt tot bossen en met bomen beplante bermen op zandige en lemige gronden, dus tot de duinen en grote delen van het noordoosten, oosten, midden en zuiden van het land. De meetpunten in bossen worden gevormd door proefvlakken van ongeveer 1000 vierkante meter; in bermen langs lanen en wegen zijn het langwerpige proefstroken met een maximale oppervlakte van 500 vierkante meter. De vrijwilligers merkeren de meetpunten in het veld en tekenen ze nauwkeurig op een kaart in zodat ze goed zijn terug te vinden.
Tellingen
Op de meetpunten worden tijdens ieder bezoek de vruchtlichamen van alle voorkomende telsoorten geteld. Het is echter ook mogelijk om slechts één telsoort in een proefvlak te tellen, bijvoorbeeld een bijzondere soort zoals de Pruikzwam. De tellingen vinden eens per maand plaats in het seizoen waarin vruchtlichamen aanwezig zijn, gewoonlijk van augustus tot en met december. Sommige vroege soorten worden al vanaf juli geteld. Hoe meer jaren er op een meetpunt geteld wordt, hoe bruikbaarder de gegevens. In de tot nu toe uitgezette meetpunten varieert het aantal telsoorten van één tot 25; het aantal getelde vruchtlichamen per bezoek van nul tot meer dan 1000.
Tellers
Iedereen met belangstelling voor paddenstoelen, zeker degenen die al wat soorten kennen, kunnen aan het meetnet meedoen. Het is ook een leuk en leerzaam project voor plaatselijke afdelingen van natuurorganisaties. Zoek een mooie laan of een bijzonder stukje bos en neem contact op met de coördinator van het district waarin het meetpunt ligt of de centrale coördinator van het project. De keuze van de meetpunten wordt in overleg met deze coördinator bepaald. De mailadressen zijn te vinden op de website van het meetnet.
Het Paddenstoelenmeetnet is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring en wordt uitgevoerd door de Nederlandse Mycologische Vereniging in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek in opdracht van de Gegevensautoriteit Natuur en gefinancierd door het Ministerie van EL&I.