Meer bevoegdheden bij aanpak geluidhinder
• 08-01-2007
• leestijd 1 minuten
Per 1 januari 2007 is de Wet geluidhinder gewijzigd. De wetswijziging geeft het college van Burgemeester en Wethouders van gemeenten een grotere rol in het vaststellen van maximaal toelaatbare geluidsgrenzen. Deze bevoegdheid lag eerst bij de provincies.
Wanneer een bedrijf of bedrijventerrein toestemming krijgt voor een hogere geluidsbelasting, dan moet de gemeente dit besluit voortaan motiveren met eigen argumenten. De hogere grenswaarden moet de gemeente vervolgens zo snel mogelijk inschrijven in het kadaster. Daarnaast moeten gemeenten ook zelf de geluidsrechten voor bedrijven toekennen en beheren. Binnen de beschikbare geluidruimte, kan de gemeente nu een Zonebeheerplan opstellen waarmee een uitruil kan plaatsvinden tussen de geluidproductie van woonwijken en bedrijventerreinen.
Andere wijzigingen in de nieuwe Wet geluidhinder betreffen onder meer de invoering van de Europese dosismaat Lden voor het meten van spoorweg- en snelweglawaai, in plaats van de oude Nederlandse norm dB(A). Dit is een technische omzetting die geen inhoudelijke aanscherping van de normen bevat. Verder vervallen enkele subsidieregelingen voor de geluidsisolatie van woningen naast wegen per 2009, en verandert de definitie van 'dove gevel', zodat een vaste wand met slechts een nooduitgang blootgesteld mag worden aan een hogere geluidsbelasting.