De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging voert een fanatieke lobby voor uitbreiding van de mogelijkheden om vossen, kraaien en marters te doden. Bovendien wil de KNJV meer mogelijkheden om nestplaatsen van roofvogels, ooievaars en blauwe reigers te verplaatsen. De jagersvereniging wenst deze verruimingen om weidevogels te redden.
Het nut van deze jacht ziet Vogelbescherming Nederland niet. De weidevogels zouden veel beter beschermd worden met gebiedsgericht maatwerk waarbij boeren, natuurbeheerders, onderzoekers en jagers samenwerken om de eisen die weidevogels aan hun omgeving stellen te realiseren. Daarom roept Vogelbescherming de Tweede Kamer en minister Schouten op de KNJV-plannen resoluut af te wijzen.
Intensieve landbouw en het veranderde landschap
Weidevogels, zoals grutto en kievit, gaan hard in aantal achteruit. De belangrijkste oorzaak daarvan is de intensieve landbouw en het veranderde landschap in Nederland. Bloemrijke weilanden zijn vrijwel overal veranderd in monotone industriële graslanden met een lage waterstand waar vroeg gemaaid wordt. Daardoor is het leefgebied van weidevogels in grote delen van ons land verdwenen. Op zulke industriële graslanden is te weinig voedsel voor de kuikens van weidevogels beschikbaar en vinden ze onvoldoende schuilmogelijkheden. Ook is veel geschikt leefgebied verdwenen door stadsuitbreidingen of door aanleg van wegen versnipperd geraakt. Alleen door het terugbrengen van voldoende grote bloemrijke weilanden met een hoge waterstand, waar laat gemaaid wordt, kunnen weidevogels in Nederland gered worden.
Voldoende geschikt leefgebied enige redmiddel
Door eenzijdig de nadruk te leggen op het bestrijden van roofdieren schept de KNJV een karikatuur van de werkelijkheid. De jacht op vossen en andere roofdieren zal de weidevogels niet redden. Want als er voor de uitgekomen kuikens geen eten is, gaan ze alsnog dood. Indien de Tweede Kamer en de minister de weidevogels in Nederland daadwerkelijk willen redden dan is een nationaal programma Weidevogels noodzakelijk. Daarin stelt de overheid binnen goede wet- en regelgeving voldoende geld ter beschikking voor boeren en natuurbeheerders om genoeg geschikt leefgebied voor weidevogels te creëren, zodat voldoende kuikens succesvol kunnen uitvliegen. Voor zo’n nationaal programma pleit Vogelbescherming al veel langer.