Marker Wadden: natuurparadijs en recreatie-eiland

Amper twee jaar nadat het eerste plukje zand boven het water van het Markermeer uitkwam is het nu zo goed als klaar: het nieuwe natuurgebied Marker Wadden! Op initiatief van Natuurmonumenten, zijn tien kilometer ten westen van Lelystad vijf eilanden aangelegd, die iets moeten gaan betekenen voor de natuur, de waterkwaliteit, maar ook voor toeristen.

Het Markermeer is sinds de aanleg van de Houtribdijk in 1975 veranderd in een troebele, steriele soep, stelt Posthoorn. "Er werden wel diverse plannetjes gemaakt om daar iets aan te doen, maar puntje bij paaltje deed niemand wat. Vandaar dat we in 2011 het plan bedachten, dat enkele jaren later een grote subsidie van het Droomfonds van de Postcodeloterij in de wacht sleepte."

Volgens Posthoorn is het nu al duidelijk dat enkele doelen van de Marker Wadden gehaald zullen worden. ‘Het broedsucces van de meeuwen en sterns die vanaf dag één op de eilanden zijn gaan zitten is bovengemiddeld goed. Er is dus voedsel voor deze dieren in de buurt te vinden. Daarnaast zien we ook dat het water in de buurt van de eilanden helder wordt. Langs de glooiende oevers van de vijf eilanden komt de natuurlijke productie van algen, watervlooien, visjes, vissen en vogels weer op gang.’

Posthoorn hoopt dat dit nieuwe natuurgebied ook de mensen weer met het Markermeer zal verbinden. ‘Vraag een willekeurig persoon in Lelystad of Amsterdam naar het Markermeer. Als ze er al iets van vinden, dan zal het niet persé positief zijn. Door er waardevolle natuur in te leggen, waar mensen ook naartoe kunnen, hoop ik dat mensen zich weer verbonden gaan voelen met de natuur in hun omgeving.’

Vanaf september zal één van de eilanden van de Marker Wadden worden opengesteld voor bezoekers. Mensen met een eigen boot kunnen – na reservering – aanleggen aan een van de steigers. Daarnaast komt er een ‘veerdienst’ die dagjesmensen naar de stranden en weer terug brengt. ‘Eilandwachters’ zullen met name in het broedseizoen de rust op de vier andere, gesloten eilanden bewaken.

Roel Posthoorn (foto: Rob Buiter)