Marjoleine de Vos: Noem het maar voorstellingsvermogen
• 23-03-2014
• leestijd 2 minuten
Dat de mens geen greintje voorstellingsvermogen heeft. Of geen kruimeltje geheugen. Dat denk ik elk voorjaar weer. Je blijkt gewoon écht niet te kunnen onthouden hoe het was toen het warm was en groen was, als in de winter alles kaal en geel is geworden. Het voorjaar komt, je verwijdert in je tuin alle dorre troep en harkt wat oud blad weg: daar ligt-ie, voorjaarsachtig, stralend, er steekt al weer van alles de kop op.
Er zal nog weer meer gaan groeien, natuurlijk, je weet ook nog best waar een pioenroos komt en waar ergens floxen. Je kunt het je al weer helemaal voorstellen, beweer je enthousiast tegen mensen met wie je over je tuinactiviteiten praat.
Dan zie je ineens een foto van je tuin in mei. Wat? Moet het zó worden, zo gauw al? Zo groen? Je hebt geen geheugen voor kleuren. Wel voor de wóórden voor de kleuren, ik weet best dat die pioenroos roze is met een gelig hart en dat ik elk jaar aan een heel luxe ijscoupe moet denken. Zie je wel. Ik stel het me helemaal voor. Maar hoe licht het is, hoe zon voelt op je armen, wat behaaglijkheid betekent – nee.
En andersom: één dag is het warm of je denkt doodleuk: zo, nu is de winter voorbij, verder blijft het nu zulk weer, berg de truien maar op. Weet je dan niet dat het in april ook nog best kan sneeuwen, dat het soms begin mei maar 6 graden is, dat het voorjaar ook schril en vlagerig kan zijn? Ja, dat wéét je wel. Maar je kunt het niet geloven als het warm is.
Nu gaat het alleen nog maar over het weer, over de tuin, over de aanblik van buiten. Dan heb je het nog niet over de grote dingen – wat iemands aanwezigheid voor je betekent, hoe je reageert op een stem, een gebaar of een blik.
Ons voorstellingsvermogen is zo globaal. Het zegt bepaald niet precies hoe het was. We gebruiken woorden en maar soms, eventjes, voel je iets van het licht en de kleur en de geuren die daarbij horen en dan zeg je: ik weet het nog helemaal. Maar het is niet waar. Nog geen grassprietje bevindt zich volledig in je geheugen, het bekendste gezicht kun je je niet tot in details voor de geest halen, en hoe je je zult voelen op een ochtend in mei als de Japanse kers weer voor je raam hangt te wiegen en te bloeien – je weet het niet.